2FOT Studio: Visual Arts and Art Direction (B-LUCA-N43662)

6 studiepuntenNederlands36 urenTweede semesterTweede semesterUitgesloten voor examencontract
Geenen Annick (coördinator) |  Geenen Annick |  Van Eecke Christophe |  N.
LUCA POC VISUAL ARTS & DESIGN (OC fotografie Genk)

De hoofddoelstelling van Studio: ‘Visual Arts and Art Direction’ is het excelleren in creativiteit en kunst (uitdiepend niveau).
We stimuleren een eigenzinnige houding en experimenteerdrang op gebied van art direction in dit thematisch traject en project. We werken daarom ook bewust aan de ontwikkeling van een eigen artistieke visie i.v.m. thematisch werk waarbij we belang hechten aan een onderzoekende houding. Het moet verder gaan dan fotografie! Kunst wordt breed opgevat en kan eveneens installatiekunst, interactieve kunst, performance, design, architectuur, bewegend beeld of film, fotografie, multimedia, en/ of mode inhouden.

Doelstellingen 

1. Onderzoeken (4, 8)

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

- inzicht te verwerven in de juiste methodes voor vorm- en beeldonderzoek (4). De student doet diepgaand onderzoek naar de link tussen theorie en praktijk om het artistiek werk meer intellectueel te onderbouwen

- vormgeving te verkennen en kan gebruiken als instrument om meer kennis te vergaren in een sociale, culturele of maatschappelijke context (8). Het is belangrijk dat de studenten de betekenis van de afbeelding in verschillende contexten kunnen plaatsen. 

 

2. Ontwerpen, creëren en realiseren (9, 10, 11, 12, 13, 14, 15)

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

-  onderzoekend te ontwerpen en creëren (9). De student moet durven verder te gaan: Welk verhaal wil je vertellen? En hoe ga je dit vertellen? En waarom? Hoe organiseren? De student moet op een andere manier leren vertellen: via installatiekunst, interactieve kunst, performance, design, architectuur, bewegend beeld of film, fotografie, multimedia, en/of mode. Art Direction is daarin verweven.

- ideeën beeldend weer te geven (10). De student ontwikkelt een eigen visie n.a.v. het thema en hoe art direction daarin verweven is.

- volgens verschillende methodes te ontwerpen en creëren in functie van de context (11). Daarin gaan ze zich visualiseren, de student kiest een medium (bijv. boek) en zij moeten fotografie en art direction daarin meenemen.

- het concept te realiseren (12).

- een persoonlijke visie en uitdrukkingsvorm te ontwikkelen (13). De student creëert een eigen visie. 

- gereedschappen/tools/technologie op een correcte en veilige manier te hanteren in functie van de realisatie (14). De student doet aan creative problem solving om tot aan het gewenste eindproduct te komen. De student vindt een eigen weg om ideeën en emoties te vertalen d.m.v. een medium en incorporeert bewust de digitale praktijk al dan niet in de eigen workflow.

- het proces te documenteren en archiveren dat leidt tot een realisatie (15). Experimenteren met verschillende vormen van presentatie: tentoonstelling, projecties, bewegend beeld, foto-installaties, performance, art book, enz. 

 

3. Analyseren en verbanden leggen (16, 17, 18)

​Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

- De student verkent de verschillende contexten: de kunst of design, mens en maatschappij, de (bedrijfs)economische context, wetenschappen en technologie (16). De student neemt een kritische houding aan ten opzichte van de digitale leefwereld en de toegankelijkheid/ vluchtigheid van digitale trends

- De student legt verbanden tussen de verschillende contexten en kerndisciplines (17).   De studenten moeten een bredere kijk hebben op de hedendaagse kunsten, en daarbij hun werk kunnen toetsen aan de kunstwereld.

- De student bestudeert de internationale context, de historische context, de maatschappelijk context, de professionele context (18). De student moet zijn werk in een bredere culturele en historische context kunnen plaatsen. De student moet zichzelf kunnen positioneren in de maatschappij t.o.v. een referentiekader van andere kunstenaars, en de meerwaarde van deze positionering kunnen visualiseren en duiden waar zij/hij het verschil juist maakt.

 

4. Organiseren & Communiceren (19, 20, 21, 23)

​Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

- het eigen werk op adequate wijze te presenteren en toe te lichten (20). 

- zijn/haar leertraject te organiseren (21). De studenten leren organiseren, en art direction is daarin verweven.

- samen te werken met anderen en afspraken te respecteren (23). 

 

5. Reflecteren (25, 26, 27, 28)

​Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

- over zijn eigen of andermans werk te reflecteren en zichzelf te plaatsen ten opzichte van bestaande denk- en referentiekaders (25).

-  zijn/haar eigen kunnen en de eigen ambities/identiteit als beeldend kunstenaar of vormgever (26). 

- op een constructieve manier om te gaan met feedback (27). 

- het groeiproces van anderen te bevorderen door opbouwende feedback te geven (28). 

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden:  de student is geslaagd voor het opleidingsonderdeel 1 Foto Studio: Visual Arts and Production.

Je moet voldoen aan een volgtijdelijkheidsvoorwaarde om dit opleidingsonderdeel te mogen opnemen. Volgtijdelijkheid kan STRENG of SOEPEL zijn of een GELIJKTIJDIGHEID inhouden. Ook kan een diplomaNIVEAU als voorwaarde gesteld zijn.
Verklaring:
STRENG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je geslaagd zijn voor of een tolerantie ingezet hebben voor de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt.
SOEPEL: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, gevolgd hebben.
GELIJKTIJDIG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ook de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, opnemen of al opgenomen hebben.
NIVEAU: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ten minste deze graad behaald hebben.


GELIJKTIJDIG(N43655)

Bovenstaande codes van opleidingsonderdelen stemmen overeen met onderstaande omschrijvingen van die opleidingsonderdelen:
N43655 : 1FOT Studio: Visual Arts and Production

Dit opleidingsonderdeel is een voorwaarde voor het opnemen van volgende opleidingsonderdelen:
N43892 : 3FOT Studio: Future Framing

Onderwijsleeractiviteiten

6 sp. 2FOT Studio: Visual Arts and Art Direction (B-LUCA-N62247)

6 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College-practicum-opdracht36 urenTweede semesterTweede semester
Geenen Annick |  Van Eecke Christophe |  N.
LUCA POC VISUAL ARTS & DESIGN (OC fotografie Genk)

Inhoud 

1) Beschrijving van de context 

In de leerlijn Studio ‘Visual Arts and Art Direction’ werken we met een kunstlab: het is een laboratorium-annex- atelier-annex- creatieve broedplaats (kunstlab) waarin studenten onderzoek kunnen doen naar het ontwikkelen van originele onderzoeksvragen en kunstproducten en het bedenken van artistieke en/of innovatieve oplossingen voor (complexe) problemen die zich voordoen in een context.

Invalshoek: de volgende strategieën met betrekking tot ‘Art-Direction’ binnen de Beeldende Kunsten worden besproken a.d.h.v. verschillende kunstenaars (referentiekader):

-  geënsceneerde documentaire fictie of docu-fiction

- Fashion-fiction

- Artistiek werk (collage, performance, sculptuur, enz)

-  Re-enactment - Cinematografie, re-enscenering gebaseerd op een film of schilderijen.

 

Invalshoek Visual Storytelling

Het thema is een project met een sterk individueel karakter waarvan de inhoud (afbakening verhaallijn), de context en de werkmethodiek (strategie van ensceneren) door de student, de art director, wordt bepaald.

De student leert de betekenis van een afbeelding in verschillende contexten te plaatsen, en leert op een andere manier vertellen.

 

2) De opdrachtomschrijving 

Praktijk: 

Het gaat om een groepsproject bestaande uit 4 thema- opdrachten. 

Thema’s: 

  • Boom (ecologische challenge)
  • Voedsel 
  • Duurzaamheid
  • Rechtvaardigheid

De groep wordt opgedeeld in kleine productie éénheden. De studenten werken het hele semester in teams van drie studenten.

Voor elk van de vier thema-opdrachten presenteren zij als team één groepsproject. Bij de verschillende groepsopdrachten roteren binnen de groep de taken : art direction, fotografie/film, belichting, props, styling, post-productie en presentatie. 

Voor elke thema-opdracht stuurt een student, de art director, de andere studenten van het team aan waarbij deze studenten technisch en praktisch ondersteunen, m.b.t. de fotografie of het filmen, assistentie verlichtingstechnieken, styling, enz.

De groepsopdrachten hebben een technische of praktische beperking of vereiste die moet worden gevolgd:

  • Elke opdracht heeft een challenge, een thema
  • 2 projecten worden op locatie gerealiseerd met de verlichtingstechnieken
  • 2 projecten worden in de fotostudio van de campus C-Mine gerealiseerd met de verlichtingstechnieken, dit tijdens de contacturen van Visual Arts 2.
  • Voor elke thema-opdracht wordt er een andere strategie ingezet: geënsceneerde documentaire fictie, Fashion fiction, een zuiver artistiek werk en cinematografie/re-enactment (gebaseerd op een film of schilderijen). Elke strategie moet aan bod komen bij elk team.

Voorbereiding Opnamen - Art Director: Bedenk bij het thema, waar je een visuele vertaling van wil maken, een verhaal/narratief. Schrijf een korte synopsis (zie oefeningen). Deze tekst zal de leidraad zijn en referentie voor je beeldverhaal.
 De art director selecteert een strategie en stuurt het team aan. Ter voorbereiding mbt. de opnamen wordt er ook met ‘’pre-productiefiche (o.a. een storyboard schetsen) gewerkt waarbij elke scene vooraf wordt uitgewerkt. 

Na de opnamen/tijdens de draaidag of photoshooting: Er wordt met een ‘Productiefiche’ gewerkt, De Art director maakt een A en B selectie van de fotografische beelden (via Adobe Bridge) of het werk. De selectie van de beelden of de werken zal nu veel zelfstandiger gebeuren maar wordt in teamverband besproken. Het thema en medium brengt de student in relatie met zijn/haar werk en vervolgens neemt hij/zij een beargumenteerd standpunt in. Er wordt verwacht dat de student de aard en betekenis van zijn/haar eigen werk kan formuleren, het eigen werk in een bredere culturele en historische context kan plaatsen en in staat is een mondelinge toelichting op de presentatie van de jury te geven. De Procesfolio wordt verwerkt via de pre productie fiche en de productiefiche van de Art Director (o.a. Moodboard, storyboard, en een logboek om het persoonlijk werkproces en het referentiekader te archiveren, foto- materiaal, schetsen, bewegend beeld, video installatie, enz.
staat ook centraaltijdens het traject. Daarna wordt er een voorstel mbt. de presentatievorm (expo, boek, film, installatie, enz.) uitgewerkt via de Post productiefiche, dit ter voorbereiding naar de jury toe.

Jury: Er wordt bij de expo-presentatie van je verwacht dat je de aard en betekenis van je eigen werk kan formuleren, je eigen werk in een bredere culturele en historische context kan plaatsen en in staat bent een mondelinge toelichting te geven. Er is aandacht voor de presentatie van je project, de ruimte bepaalt de dialoog met de ruimte, de student leert hoe je een werk gaat verklaren.

Voorbereiding Postproductie van de verschillende opdrachten en de expo-Presentatie m.b.t. Art Direction wordt bepaald door het volledige team: 

De tentoonstellingsruimte speelt mee, de dialoog met de ruimte, maar ook tussen de werken. 

Presentatie: tentoonstelling / ruimtelijke presentatie, boek / publicatie, installatie

 

Theoretisch luik: De studenten komen op een meer uitgediepte manier in contact met een aantal filosofische en conceptuele inzichten uit de kunsttheorie en kunstgeschiedenis. Het doel hiervan is het verder ontwikkelen van hun theoretisch en filosofisch repertoire van concepten en inzichten die kunnen worden ingezet in het nadenken, spreken en schrijven over zowel eigen werk als het werk van andere kunstenaars en fotografen.

 

 

 

 

- Eigen nota’s van de student. 
- De projectenbundel en teksten zijn terug te vinden via Toledo.
- Boeken, tijdschriften, kranten, internet. (mediatheek)

Nederlands

- Artistiek atelier 

- De lessen bestaan enerzijds uit hoorcolleges met audiovisueel college als ondersteuning (referentiekader), en anderzijds uit individuele en klassikale werkbesprekingen.

- Actieve en kritische participatie tijdens de colleges en feedback besprekingen wordt verwacht en gestimuleerd.

- Communicatie mbt. afspraken gebeuren uitsluitend via Toledo en/of LUCA e-mail.

- Informatie over de deadline en hoe de opdrachten (praktijk en theoretisch luik) ingediend moeten worden, is terug te vinden op Toledo.

- sommige projecten zullen op de campus doorgaan (draaidagen in fotostudio's), terwijl andere projecten (opnamen) in de eigen tijd zal plaatsvinden.

- Opdracht- en werkbesprekingen gebeuren tijdens de contacturen en niet per e-mail.

- Permanente begeleiding tijdens de contacturen. Besprekingen en presentatiemomenten worden in fysieke vorm georganiseerd indien de veiligheidsomstandigheden het toelaten. Indien dit niet mogelijk is, worden digitale begeleidingssessies voorzien. .

 

Evaluatieactiviteiten

2FOT Studio: Visual Arts and Art Direction (B-LUCA-N83662)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Ontwerp/Product, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio, Procesevaluatie
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Naslagwerk

ExamenmomentBeoordelingsschaal
TOTAAL1-20/20 puntenschaal

Evaluatie voorwaarden:

1. Participatie aan de hoorcolleges, actieve deelname en participatie aan  individuele- en groepsbesprekingen. Sterke inzet bij de opvolging van jouw artistiek werk is vereist tijdens de contacturen, en dit gedurende het hele semester. De participatiegraad telt mee voor 20% in de eindberekening van de punten van het opleidingsonderdeel. 

2. Artistiek werk of project en tekst  inleveren op de gestelde deadline

3. Op het einde van het traject, tijdens de jury presenteert de student zijn/haar project(en) in een tentoonstelling, in boekvorm, een performance, een video-installatie of een experimentele fotografische installatie én een mondelinge presentatie voor een jury. De jury bestaat uit een examencommissie van docenten betrokken bij de bacheloropleiding. Er is dan een schriftelijke terugkoppeling van de evaluatie aan de student.

Om te slagen, dient de student te voldoen aan alle vooropgestelde eindcompenties (verdiepend niveau), de welke hieronder opgesomd zijn: 

A.Evaluatiecriteria artistiek project, praktijk: Eindcompetenties, uitdiepend niveau:

1. Onderzoeken 

- De student verwerft inzicht in de juiste methodes voor vorm- en beeldonderzoek. (4)

- De student verkent hoe hij vormgeving kan gebruiken als instrument om meer kennis te vergaren in een sociale, culturele of maatschappelijke context. (8) 

2. Ontwerpen, creëren en realiseren

- De student kan onderzoekend ontwerpen en creëren. (9)

- De student slaagt erin de ideeën beeldend weer te geven. (10)

- De student kan volgens verschillende methodes ontwerpen en creëren (ideation, brainstorm, ...) in functie van de context. (11)

- De student is in staat het concept te realiseren. (12)

- De student ontwikkelt een persoonlijke visie en uitdrukkingsvorm. (13)

- De student kan gereedschappen/tools/technologie op een correcte en veilige manier hanteren in functie van de realisatie. (14)

- De student documenteert en archiveert het proces dat leidt tot een realisatie. (15)

3. Analyseren en verbanden leggen

- De student verkent de verschillende contexten: de kunst of design, mens en maatschappij, de (bedrijfs)economische context, wetenschappen en technologie. (16)

- De student legt verbanden tussen de verschillende contexten en kerndisciplines . (17) 

- De student bestudeert de internationale context, de historische context, de maatschappelijk context, de professionele context. (18)

4. Organiseren & Communiceren

- De student kan over de eigen werkzaamheden schriftelijk rapporteren. (19)

- De student is in staat eigen werk op adequate wijze te presenteren en toe te lichten. (20)

- De student kan zijn/haar leertraject organiseren. (21)

- De student kan samenwerken met anderen en afspraken respecteren. (23)

5. Reflecteren

- De student kan over zijn eigen of andermans werk reflecteren en zichzelf plaatsen ten opzichte van bestaande denk- en referentiekaders  (25)

- De student is zich bewust van zijn/haar eigen kunnen en de eigen ambities/identiteit als beeldend kunstenaar of vormgever. (26)

- De student kan op een constructieve manier omgaan met feedback. (27)

- De student kan het groeiproces van anderen bevorderen door opbouwende feedback te geven. (28)

 

B. Evaluatiecriteria voor het theoretisch luik: Schriftelijk gesloten boek examen. Eindcompetenties:

- De student verkent de verschillende contexten: de kunst of design, mens en maatschappij, de (bedrijfs)economische context, wetenschappen en technologie. (16)

- De student legt verbanden tussen de verschillende contexten en kerndisciplines . (17) 

- De student bestudeert de internationale context, de historische context, de maatschappelijk context, de professionele context. (18)

 

Evaluatie Jury

Tijdens de jury presenteert de student zijn/haar project(en) in een tentoonstelling, performance, in boekvorm of een experimentele film of een fotografische installatie én een mondelinge presentatie voor een jury. 

De jury bestaat uit een examencommissie van docenten betrokken bij de bacheloropleiding.  Er is dan een schriftelijke terugkoppeling van de evaluatie aan de student. Bij de eindbeoordeling zijn de bovenstaande eindcompetenties en doelstellingen te beschouwen als evaluatiecriteria waaraan de student moet voldoen. Een ernstige tekortkoming op één van de eindcompetenties kan tot een onvoldoende leiden.

Aandelen evaluatie:

Praktijk, artistiek project: 80%

- De procesevaluatie tijdens het traject telt mee voor 40%. Dit deel is niet herkansbaar.

- Het eindwerk of ontwerp/product of presentatie met een mondelinge toelichting door de student, dat wordt gepresenteerd tijdens de eindevaluatie voor de jury,  telt mee voor 40%. Dit deel is wel herkansbaar.

Theoretisch luik: 20%. Dit deel is herkansbaar.

Opmerking:

Tijdens een interne jury presenteer je je werk. Indien de veiligheidsomstandigheden het toelaten gaat de jury door op de campus in kleine groep. Hiervoor wordt het werk fysiek gepresenteerd op de campus. Projecten dienen ook steeds digitaal aangeleverd worden voor de jury. Dit kan als naslagwerk gebruikt worden bij de evaluatie.

Indien dit niet mogelijk is, gaat de presentatie en de jury online door. Projecten dienen ook steeds digitaal aangeleverd te worden voor de jury. Dit kan als naslagwerk gebruikt worden bij de evaluatie.

Praktijk: Deelname aan de jury, tijdens de eindevaluatie, is voor elke student verplicht.  De student presenteert het eindwerk, ontwerp/product of presentatie en een mondelinge toelichting voor een interne jury met alle betrokken docenten. Dit deel telt mee voor 40% van het totaal (zie aandelen - Toelichting).  Indien de student niet geslaagd is voor dit deel  is er een 2° examenkans mogelijk, enkel voor dit deel.  Voor de herkansing van dit deel presenteert de student het eindwerk, ontwerp/product of presentatie  opnieuw alsook de mondelinge toelichting voor de betrokken docenten van dit opleidingsonderdeel.

Theoretisch luik: 20%. Schriftelijk gesloten boek examen.

 

Voorwaarden toelichting bij herkansen: 

  • De student is tijdens de presentatie van het eindwerk, tijdens de evaluatie van de interne jury,  verplicht om zijn aanwezigheid en zijn/haar deelname mbt. dit deel voor de jury te ondertekenen. Indien dit niet gebeurt is er geen herkansing mogelijk op een later moment! Hetzelfde geldt ook voor het theoretisch luik, inleveren van de tekst is verplicht volgens de afspraak met de betrokken docent.
  • Voor een herkansing van het eindwerk, ontwerp/product of presentatie  en de tekst is er geen proces opvolging meer mogelijk met de betrokken docenten. 
  • De procesevaluatie tijdens het traject, gedurende het academiejaar, telt mee voor 40%  Dit deel is niet herkansbaar. Tijdens de evaluatie mbt. de herkansing of 2e examenkans voor het eindwerk of ontwerp/product of presentatie wordt het deel mbt. de procesevaluatie (40%) mee in rekening gebracht samen met  het deel en/of de delen die wel herkansbaar zijn.