1FOT Studio: Visual Arts and Production (B-LUCA-N43655)

6 studiepuntenNederlands36 urenTweede semesterTweede semesterUitgesloten voor examencontract
Geenen Annick (coördinator) |  Geenen Annick |  N.
LUCA POC VISUAL ARTS & DESIGN (OC fotografie Genk)

De hoofddoelstelling van "Studio: Visual Arts and Production" is het excelleren in creativiteit en kunst.
We stimuleren  een eigenzinnige houding en experimenteerdrang in dit traject en project. Vanaf de start van de opleiding werken we daarom ook bewust aan de ontwikkeling van een eigen artistieke visie. Kunst wordt breed opgevat en kan eveneens installatiekunst, interactieve kunst, performance, design, architectuur, bewegend beeld of film, fotografie, multimedia,  en/of mode inhouden.

Doelstellingen            

1.      Onderzoeken (4 en 8):

- Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om inzicht te verwerven in de juiste methodes voor vorm- en beeldonderzoek (4). Inzicht op gebied van kunst: installatiekunst, interactieve kunst, performance, design, architectuur, bewegend beeld of film, fotografie, multimedia,  en/of mode. De student heeft inzicht in het onderzoek en kan hierover reflecteren,

- Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om vormgeving te verkennen en te gebruiken als instrument om meer kennis te vergaren in een sociale, culturele of maatschappelijke context (8) . Ontwikkelen van een eerste filosofisch en conceptueel referentiekader om over de eigen artistieke praktijk te reflecteren. de onderzoeker/student is in staat om een eigen artistieke onderzoeksmethode te ontwikkelen (Idee en conceptontwikkeling).

 

2.      Ontwerpen, creëren en realiseren ( 9,10,11,12,13, 14 en 15)

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

- onderzoekend te ontwerpen en creëren (9). 

- ideeën beeldend weer te geven (10). Er moet sprake zijn van een eigen fascinatie, een persoonlijke opvatting en een eigen beeldtaal.  


- volgens verschillende methodes te ontwerpen en creëren (ideation, brainstorm, ...) in functie van de context (11). De student is in staat het eigen werk in een context te plaatsen, zowel binnen de 'Visual Arts', als binnen een ruimere maatschappelijke context.

- het concept te realiseren (12). Het project heeft als doelstelling het proces van een visie te ontwikkelen, met aan de basis een zoektocht naar een eigen invulling van inhoud en vorm, die de student op een persoonlijke wijze probeert te verbeelden, te visualiseren.  
 

- een persoonlijke visie en uitdrukkingsvorm te ontwikkelen (13). De nadruk ligt op het verruimen van het inzicht en de mogelijkheid  
om de eigen visie in praktijk te ontwikkelen, m.a.w. op zoek gaan naar een persoonlijke 
artistieke vormentaal.  De creator/student is in staat om een eigen spoor/indruk na te laten . De nadruk ligt op het authentieke in combinatie met het creatieve (visieontwikkeling)

- gereedschappen/tools/technologie op een correcte en veilige manier te hanteren in functie van de realisatie (14). Beheersing van techniek. De bij de gekozen beeldtaal behorende beeldstrategie en techniek moet beheerst worden en er moet sprake zijn van een eigen visie op die techniek. De realisator/student kent de techniciteit van het medium (de media) waarmee hij/zij werkt (technische vaardigheden, materialenkennis, enz.).

- de documentatie te archiveren van het proces dat leidt tot een realisatie. (15)  Experimenteren met verschillende vormen van presentatie, De student kan het artistiek werk samenstellen en selecteren voor een tentoonstelling alsook voor een portfolio.

 

3.      Analyseren en verbanden leggen  (16, 17 en 18)

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

- de verschillende contexten te verkennen: de kunst of design, mens en maatschappij, de (bedrijfs)economische context, wetenschappen en technologie (16). 

- verbanden te leggen tussen de verschillende contexten en kerndisciplines (17). De student kan het eigen werk kritisch analyseren en kan de analyse begrijpelijk verwoorden.  De student kan aangaande een zelfgekozen thema een analyse maken en deze visualiseren (dmv. experimenteren, onderzoeken en analyseren, informeren zowel inhoudelijk als beeldend); ontwikkelen van intuïtief en logisch denken;

- De student bestudeert de internationale context, de historische context, de maatschappelijk context, de professionele context (18). De student is vertrouwd met diverse informatiebronnen en kan deze kritisch verwerken (oa. logboek).

 

4.      Organiseren & Communiceren (19, 20 , 21 en 23)

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

- over de eigen werkzaamheden schriftelijk te rapporteren (19). 

- eigen werk op adequate wijze te presenteren en toe te lichten (20). De communicator/student kan zijn eigen artistieke werk documenteren, en visueel en verbaal presenteren, t.o.v. een publiek. Duidelijk communiceren van eigen onderzoek en oplossingen.De student is in staat het eigen werk op een professionele manier te presenteren in een tentoonstellingscontext.  


- zijn/haar leertraject te organiseren (21). Er moet sprake zijn van een zelfstandig werkproces, doorzettingsvermogen en  
discipline.

-  samen te werken met anderen en afspraken te respecteren (23).

 

5.      Reflecteren (25, 26 en 27)

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

- zijn eigen of andermans werk reflecteren en zichzelf plaatsen ten opzichte van bestaande denk- en referentiekaders (25). De student kan reflecteren over zijn proces en artistiek werk naar derden toe. Ontwikkelen van een eerste filosofisch en conceptueel referentiekader om over de eigen artistieke praktijk te reflecteren.

- Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student zich bewust van zijn/haar eigen kunnen en de eigen ambities/identiteit als beeldend kunstenaar of vormgever (26). Focus: leren observeren

Beroepsbeeld: Een kunstenaar bepaalt en verovert zijn of haar eigen plek in de maatschappij, creëert zijn eigen zelfstandige beroepspraktijk.

- op een constructieve manier om te gaan met feedback (27). 

De student is geslaagd voor het toelatingsexamen.

Onze student is iemand met een gezonde dosis nieuwsgierigheid voor de Beeldende Kunsten. Zijn/haar engagement - de persoonlijke betrokkenheid, de drang om actuele thema’s aan de orde te willen stellen-  is daarom ook van groot belang in ons opleidingsprofiel.

Van de student wordt een fascinatie voor de beeldtaal en een serieuze investering verwacht in het kritisch onderzoek van het eigen interessegebied, in verhouding tot het breder perspectief van artistieke contexten.


Dit opleidingsonderdeel is een voorwaarde voor het opnemen van volgende opleidingsonderdelen:
N43662 : 2FOT Studio: Visual Arts and Art Direction

Onderwijsleeractiviteiten

6 sp. 1FOT Studio: Visual Arts and Production (B-LUCA-N62240)

6 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College-practicum-opdracht36 urenTweede semesterTweede semester
Geenen Annick |  N.
LUCA POC VISUAL ARTS & DESIGN (OC fotografie Genk)

1) Beschrijving van de context 

In de leerlijn ‘Studio: Visual Arts and Production’ werken we met een kunstlab: het is een laboratorium-annex-atelier-annex-creatieve broedplaats waarin studenten onderzoek kunnen doen naar het ontwikkelen van originele onderzoeksvragen en kunstproducten en het bedenken van artistieke en/of innovatieve oplossingen voor (complexe) problemen die zich voordoen in een context. 

We streven ernaar om de studenten enerzijds te confronteren met hun eigen comfortzone maar anderzijds ook om hun uit de comfortzone te halen dmv. nieuwe uitdagingen. 

Invalshoek: de volgende strategieën binnen de Beeldende Kunsten worden besproken a.d.hv. verschillende kunstenaars en enkele workshops:

- Montage/collage van bestaand beeldmateriaal (eigen beeldarchief) en/of in combinatie met Found footage

- Sculptuur/fotografie in 3D tentoongesteld

- Schilderen, naaien, enz. op beeldmateriaal

- Performance kunst, o.a. 1 minute sculptures

 

2) De opdrachtomschrijving 

Visual Arts (praktijk): In het beginstadium (sept.-okt.) worden er workshop opdrachten gerealiseerd door elke student m.b.t. strategieën. De resultaten van deze workshops worden daarna ingeleverd op een papieren drager (Opmerking: het sculptuur wordt gefotografeerd en de foto van deze sculptuur wordt enkel ingeleverd, dus niet de sculptuur zelf) .  Daarna wordt het individueel thematisch project opgestart (oktober). Dit artistiek werk bestaat uit een 

individueel project met een sterk individueel karakter waarvan de inhoud van een thema, de context en werkmethodiek (oa. keuze strategie(en) door de student wordt bepaald. 

Elke student geeft een projectpitch van max. 5 a 7 minuten voor het thematisch project (zie planning). Je gaat het eigen project voorstellen a.d.h.v. een digitaal moodboard en via een digitaal PDF dossier werk je uw thema uit a.d.h.v. een onderzoeksvraag, je visuele referentiereferentiekader/beeldverslag (vb. van min. 3 kunstenaars of fotografen ter inspiratie), jouw concept mbt. uw persoonlijk beeldverhaal en de keuze van een beeldstrategie(en) Na elke presentatie volgt er een feedback sessie in groep. Daaarnaast wordt er ook een persoonlijk logboek/dagboek bij gehouden door de student om zijn/haar persoonlijk proces, het referentiekader te archiveren, fotomateriaal, schetsen, bewegend beeld, performance, video installatie, enz. 

Het uitvoeren van het project mbt. de opnamen wordt georganiseerd in de eigen tijd. 

De feedback besprekingen met elke student wordt georganiseerd tijdens de lessen met de betrokken docenten (en gebeuren niet via e-mail!).  De selectie van de werken zal nu veel zelfstandiger gebeuren maar wordt zowel in groepsverband alsook individueel besproken.  Het thema en medium brengt de student in relatie met zijn werk en vervolgens neemt hij/zij een beargumenteerd standpunt in. Er wordt verwacht dat de student de aard en betekenis van zijn/haar eigen werk kan formuleren, het eigen werk in een bredere culturele en historische context kan plaatsen en in staat is een mondelinge toelichting, bij het tentoongestelde werk, op de presentatie van de jury te geven. Op het einde van het traject presenteert de student zijn/haar project en toebehoren in een tentoonstelling/publieke voorstelling én een mondelinge presentatie voor een interne jury. 

De artistieke kwaliteit staat boven de hoeveelheid werken, de hoeveelheid werken is te bespreken met de docenten tijdens het proces!

Production (praktijk): Er worden verschillende presentatietechnieken besproken tijdens de lessen, dit ter voorbereiding naar de eindpresentatie toe: Postproductie artistiek project en presentatie tentoonstelling in de fotostudio of in de fotohal, en/of een boekpresentatie, een installatie, enz.

De werken worden daarnaast ook digitaal aangeleverd.

 

Theoretisch luik: De studenten krijgen een eerste kennismaking met een aantal filosofische en conceptuele inzichten uit de kunsttheorie en kunstgeschiedenis. Het doel hiervan is het opbouwen van een theoretisch en filosofisch repertoire van concepten en inzichten die kunnen worden ingezet in het nadenken, spreken en schrijven over zowel eigen werk als het werk van andere kunstenaars en fotografen.

Toetsing: de studenten schrijven een artist’s statement over het project dat zij binnen het lab ontwikkelen. De studenten krijgen hierbij feedback en begeleiding.

- de projectbundel en teksten zijn terug te vinden via toledo

- Referentiekader: boeken, tijdschriften, kranten, internet, enz.

- eigen nota's van de student

Nederlands

- Artistiek atelier 

- De lessen bestaan enerzijds uit hoorcolleges met audiovisueel college als ondersteuning (referentiekader), en anderzijds uit individuele en klassikale werkbesprekingen.

- Actieve en kritische participatie tijdens de colleges wordt verwacht en gestimuleerd.

- Communicatie mbt. afspraken gebeuren uitsluitend via Toledo en/of LUCA e-mail.

- Informatie over de deadline en hoe de opdracht ingediend moet worden, is terug te vinden op Toledo.

- Praktische oefeningen en experimenten zullen op de campus doorgaan, terwijl het uitvoeren van de gestelde opdracht (opnamen) van het project in de eigen tijd zal plaatsvinden.

- Opdracht- en werkbesprekingen gebeuren tijdens de contacturen en niet per e-mail.

- Permanente begeleiding tijdens de contacturen. Besprekingen en presentatiemomenten worden in fysieke vorm georganiseerd op de campus indien de veiligheidsomstandigheden het toelaten. Indien dit niet mogelijk is, worden digitale begeleidingssessies voorzien. 

Evaluatieactiviteiten

1FOT Studio: Visual Arts and Production (B-LUCA-N83655)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Ontwerp/Product, Verslag, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio, Procesevaluatie
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Naslagwerk

ExamenmomentBeoordelingsschaal
TOTAAL1-20/20 puntenschaal

Evaluatievoorwaarden:

1. Participatie aan de hoorcolleges, actieve deelname aan de individuele- en groepsbesprekingen. Sterke inzet bij de opvolging van het artistiek werk is vereist tijdens de contacturen, en dit gedurende het hele semester. De participatiegraad telt mee voor 20% in de eindberekening van de punten van het opleidingsonderdeel. 

2. Artistiek werk of project en tekst mbt. het Artist Statement inleveren op de gestelde deadline

3. Tijdens de jury presenteert de student zijn/haar project(en) in een tentoonstelling, performance, in boekvorm of een experimentele film of een fotografische installatie én een mondelinge presentatie voor een jury. De jury bestaat uit een examencommissie van docenten betrokken bij de bacheloropleiding. Er is dan een schriftelijke terugkoppeling van de evaluatie aan de student.

Om te slagen, dient de student te voldoen aan alle vooropgestelde eindcompenties (Inleidend niveau) , de welke hieronder opgesomd zijn: 

A.Evaluatiecriteria artistiek project, praktijk: Eindcompetenties, inleidend niveau:

1.      Onderzoeken:

- De student verwerft inzicht in de juiste methodes voor vorm- en beeldonderzoek. (4)

- De student verkent hoe hij vormgeving kan gebruiken als instrument om meer kennis te vergaren in een sociale, culturele of maatschappelijke context. (8) 

2.      Ontwerpen, creëren en realiseren

- De student kan onderzoekend ontwerpen en creëren. (9)

- De student slaagt erin de ideeën beeldend weer te geven. (10)

- De student kan volgens verschillende methodes ontwerpen en creëren (ideation, brainstorm, ...) in functie van de context. (11)

- De student is in staat het concept te realiseren. (12)

- De student ontwikkelt een persoonlijke visie en uitdrukkingsvorm. (13)

- De student kan gereedschappen/tools/technologie op een correcte en veilige manier hanteren in functie van de realisatie. (14)

- De student documenteert en archiveert het proces dat leidt tot een realisatie. (15)

3.      Analyseren en verbanden leggen

- De student verkent de verschillende contexten: de kunst of design, mens en maatschappij, de (bedrijfs)economische context, wetenschappen en technologie. (16)

- De student legt verbanden tussen de verschillende contexten en kerndisciplines . (17) 

- De student bestudeert de internationale context, de historische context, de maatschappelijk context, de professionele context. (18)

4.      Organiseren & Communiceren

- De student kan over de eigen werkzaamheden schriftelijk rapporteren. (19)

- De student is in staat eigen werk op adequate wijze te presenteren en toe te lichten. (20)

- De student kan zijn/haar leertraject organiseren. (21)

- De student kan samenwerken met anderen en afspraken respecteren. (23)

5.      Reflecteren

- De student kan over zijn eigen of andermans werk reflecteren en zichzelf plaatsen ten opzichte van bestaande denk- en referentiekaders  (25)

- De student is zich bewust van zijn/haar eigen kunnen en de eigen ambities/identiteit als beeldend kunstenaar of vormgever. (26)

- De student kan op een constructieve manier omgaan met feedback. (27)

 

Opmerkingen:

- Communicatie en afspraken gebeuren uitsluitend via Toledo en e-mail.

- Informatie over de deadline en hoe de opdracht ingediend moet worden, is terug te vinden op Toledo.

- Opdracht- en werkbesprekingen gebeuren tijdens de contacturen en niet per e-mail.

- Permanente begeleiding tijdens de contacturen. Besprekingen en presentatiemomenten kunnen zowel in fysieke vorm als vanop afstand via digitale platformen georganiseerd worden.

 

B. Evaluatiecriteria artist’s statement voor het theoretisch luik: er wordt verwacht dat de student op een heldere manier het eigen werk kan presenteren aan een publiek. Hierbij is aandacht voor het expliciteren van de logica van het artistieke proces (Wat? Hoe? Waarom?); bewustzijn van de eigen plaats in het artistieke veld, zowel actueel als historisch; band tussen het werk en de maatschappelijke context. Relevante competenties (die voor individuele studenten meer of minder relevant kunnen zijn naar de aard van het project):

- De student verkent de verschillende contexten: de kunst of design, mens en maatschappij, de (bedrijfs)economische context, wetenschappen en technologie. (16)

- De student legt verbanden tussen de verschillende contexten en kerndisciplines. (17) 

- De student bestudeert de internationale context, de historische context, de maatschappelijk context, de professionele context. (18)

- De student kan over zijn eigen of andermans werk reflecteren en zichzelf plaatsen ten opzichte van bestaande denk- en referentiekaders (25)

- De student is zich bewust van zijn/haar eigen kunnen en de eigen ambities/identiteit als beeldend kunstenaar of vormgever. (26)

- De student kan op een constructieve manier omgaan met feedback. (27)

 

Evaluatie Jury

Tijdens de jury presenteert de student zijn/haar project(en) in een tentoonstelling, performance, in boekvorm of een experimentele film of een fotografische installatie én een mondelinge presentatie voor een jury. 

De studenten schrijven ook een korte artist’s statement over het project dat ze binnen de cursus ontwikkelen. 

De jury bestaat uit een examencommissie van docenten betrokken bij de bacheloropleiding.  Er is dan een schriftelijke terugkoppeling van de evaluatie aan de student. Bij de eindbeoordeling zijn de bovenstaande eindcompetenties en doelstellingen te beschouwen als evaluatiecriteria waaraan de student moet voldoen. Een ernstige tekortkoming op één van de eindcompetenties kan tot een onvoldoende leiden.

 

Aandelen evaluatie:

Praktijk, artistiek project: 80%

- De procesevaluatie tijdens het traject telt mee voor 40%. Dit deel is niet herkansbaar.

- Het eindwerk of ontwerp/product of presentatie met een mondelinge toelichting door de student, dat wordt gepresenteerd tijdens de eindevaluatie voor de jury,  telt mee voor 40%. Dit deel is wel herkansbaar.

 

Theoretisch luik: 20%. Dit deel is herkansbaar.

 

Opmerking:

Tijdens een interne jury presenteer je je werk. Indien de veiligheidsomstandigheden het toelaten gaat de jury door op de campus in kleine groep. Hiervoor wordt het werk fysiek gepresenteerd op de campus. Projecten dienen ook steeds digitaal aangeleverd worden voor de jury. Dit kan als naslagwerk gebruikt worden bij de evaluatie.

Indien dit niet mogelijk is, gaat de presentatie en de jury online door. Projecten dienen ook steeds digitaal aangeleverd te worden voor de jury. Dit kan als naslagwerk gebruikt worden bij de evaluatie.

Praktijk: Deelname aan de jury, tijdens de eindevaluatie, is voor elke student verplicht.  De student presenteert het eindwerk, ontwerp/product of presentatie en een mondelinge toelichting voor een interne jury met alle betrokken docenten. Dit deel telt mee voor 40% van het totaal (zie aandelen - Toelichting).  Indien de student niet geslaagd is voor dit deel  is er een 2° examenkans mogelijk, enkel voor dit deel.  Voor de herkansing van dit deel presenteert de student het eindwerk, ontwerp/product of presentatie  opnieuw alsook de mondelinge toelichting voor de betrokken docenten van dit opleidingsonderdeel.

Theoretisch luik: 20%. Dit deel is herkansbaar.

 

Voorwaarden toelichting bij herkansen: 

  • De student is tijdens de presentatie van het eindwerk, tijdens de evaluatie van de interne jury,  verplicht om zijn aanwezigheid en zijn/haar deelname mbt. dit deel voor de jury te ondertekenen. Indien dit niet gebeurt is er geen herkansing mogelijk op een later moment! Hetzelfde geldt ook voor het theoretisch luik, inleveren van de tekst is verplicht volgens de afspraak met de betrokken docent.
  • Voor een herkansing van het eindwerk, ontwerp/product of presentatie  en de tekst is er geen proces opvolging meer mogelijk met de betrokken docenten. 
  • De procesevaluatie tijdens het traject, gedurende het academiejaar, telt mee voor 40%  Dit deel is niet herkansbaar. Tijdens de evaluatie mbt. de herkansing of 2e examenkans voor het eindwerk of ontwerp/product of presentatie wordt het deel mbt. de procesevaluatie (40%) mee in rekening gebracht samen met  het deel en/of de delen die wel herkansbaar zijn.