3FOT Studio: Art of Collaboration (B-LUCA-N43893)

6 studiepuntenNederlands48 urenBeide semestersBeide semesters
Geenen Annick (coördinator) |  Geenen Annick |  N.
LUCA POC VISUAL ARTS & DESIGN (OC productdesign Genk)

Oefeningen in het presenteren van het artistieke werk NAAR EN MET derden  in samenwerking met het professionele werkveld.

Doelstellingen

1. Onderzoeken (4)

Op het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om inzicht te verwerven in de juiste methodes voor vorm- en beeldonderzoek. (4). De student onderzoekt beeldend zijn identiteit als visual storyteller, fotograaf, ontwerper of beeldend kunstenaar en toetst deze aan verschillende contexten (vormelijk, beeldend).

2. Ontwerpen, creëren en realiseren (9,10,11,12,13,14)

Op het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • onderzoekend te ontwerpen en creëren (9). 
  • de ideeën beeldend weer te geven (10).  De student leert zijn onderzoek/realisaties/identiteit als visual storyteller, fotograaf, ontwerper of beeldend kunstenaar te presenteren via fotografie, portfolio, online-portfolio, visuele presentaties (bijv. tentoonstelling of boekvorm).
  • volgens verschillende methodes te ontwerpen en creëren (ideation, brainstorm, ...) in functie van de context (11). 
  • het concept te realiseren (12). 
  • een persoonlijke visie en uitdrukkingsvorm te ontwikkelen (13). 
  • gereedschappen/tools/technologie op een correcte en veilige manier te hanteren in functie van de realisatie (14). 

3. Analyseren en verbanden leggen  (18)

Op het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om de (inter)nationale context, de historische context, de maatschappelijk context, de professionele context te bestuderen(18). 

4. Organiseren & Communiceren (20,21,22,23,24)

Op het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • het eigen werk op adequate wijze te presenteren en toe te lichten. (20)
  • zijn/haar leertraject te organiseren (21). De student kan het eigen werk inschatten en inplannen om de vooropgestelde deadlines te halen. 
  • een gegeven opdracht projectmatig en zakelijk te organiseren (22). 
  • samen te werken met anderen en afspraken te respecteren (23). De student leert feedback zinvol verwerken.
  •  te netwerken (24). (Bijv. deelname aan wedstrijden, open calls, portfolio reviews en besprekingen met externen)

5. Reflecteren (26,27)

Op het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • Op het einde van dit opleidingsonderdeel is de student zich bewust van zijn/haar eigen kunnen en de eigen ambities/identiteit als visual storyteller, fotograaf, ontwerper of beeldend kunstenaar . (26) 
  • op een constructieve manier om te gaan met feedback (27). 

- De student bezit een gezonde dosis nieuwsgierigheid en zin voor samenwerking met het creatieve werkveld.

- De student beschikt over een professioneel fototoestel.

- De student heeft de nodige kennis en ervaring opgedaan m.b.t. de basispricipes en technieken van (analoge en) digitale fotografie en verlichtingstechieken in de fotostudio of werking op locatie.
- De student is gemotiveerd om zich verder te specialiseren naar een doelgroep toe, en visueel te experimenteren met als doel de creatie van toegepast of/en artistieke werk voor en met derden.
 

Onderwijsleeractiviteiten

6 sp. 3FOT Studio: Art of Collaboration (B-LUCA-N62501)

6 studiepuntenNederlandsWerkvorm: Practicum-opdracht48 urenBeide semestersBeide semesters
Geenen Annick |  N.
LUCA POC VISUAL ARTS & DESIGN (OC productdesign Genk)

'Art of Collaboration' is een opleidingsonderdeel dat een breed scala aan collaboratieve praktijken van hedendaagse fotografen en/of beeldend kunstenaars plaatst in een actuele context.  Het laat zien hoe samenwerking een belangrijk deel van de ontwikkeling van het medium is en creëert meer inzicht dat de studie van samenwerking in feite onze studie van fotografie en beeldende kunsten vergroot.

Project 1. Portfolio. Bij dit project staat de profilering als beeldenmaker, visuele verhalenverteller en/of multidisciplinair kunstenaar centraal. Hoe zorg je ervoor dat jouw portfolio uitstraalt wat je als beeldend kunstenaar of fotograaf nasstreeft? En hoe ga je dit precies voorstellen? Dit project wordt uitgewerkt adhv. een portfolio of artistiek dossier waarbij een biografie tekst, een Artist Statement tekst, een C.V.,  Index overzicht projecten en uitwerking van min. 3 fotografische en/of artistieke projecten . Dit wordt ingezet bij presentatie doeleinden mbt. samenwerkingen naar opdrachtgevers toe.

Keuzeproject 2:

2A. Dans- performance en theater project. In het kader van het project in samenwerking met een choreograaf worden de studenten geïntroduceerd in de thematiek en de visuele strategieën van dans- performance en theaterfotografie . Context: de cultuursector. Via een inleidende workshop wordt er aan de student gevraagd om conceptuele fotografische beelden of een artistiek werk te realiseren met een eigenzinnig experimenteel karakter.   Insteek: De studenten krijgen een uitgebreide introductie op de thematiek van dans, een workshop en fotografische strategieën die te maken hebben met dans- en theaterfotografie. Daarna werken ze enkele weken samen met een choreograaf/ regisseur van een dans of theatergezelschap of een circus aan fotografische of artistieke projecten – dit tijdens repetities - die ontwikkeld werden vanuit een inhoudelijke link met de thematiek.  Nadien volgt een collectieve selectie van de meest tot de verbeelding sprekende werken en tot slot is er een tentoonstelling, een art clip of een publicatie.

2B. Modeproject.  In het kader van het project in samenwerking met een mode ontwerper of stylist, een model en een visagist krijgen de studenten een introductie op de ontwikkeling en de filosofie van de modefotografie op internationaal niveau.  Context: de creatieve mode industrie. De student werkt thematisch en realiseert redactioneel werk, opnamen/ een modeproductie voor een magazine ofwel voor een modebrochure/catalogus.  Het gaat hierbij om 1 cover en een 6-8-tal binnenpagina’s. Centraal staat de persoonlijke visie van de fotograaf naar de hedendaagse mode toe vertaalt vanuit een specifieke beeldtaal, een beeldstrategie gekoppeld aan de taal/beeld en de visie van een modeontwerper, magazine/ imago blad & soort productie. Opmerking: er is ook een mogelijkheid om een fashionfilm te maken ipv. een fotografische reeks.

3B. Het Statement project. Context: de kunstsector. De student werkt enkele maanden aan dit artistiek project dat ontwikkeld wordt vanuit een inhoudelijke link met een zelf gekozen thematiek, vanuit hun eigen visuele stijl en artistieke identiteit. De student streeft naar visie, een persoonlijke signatuur die gelinkt is met zijn of haar Artist Statement. Er wordt gewerkt aan een authentieke beeldtaal en een vernieuwende visuele strategie. Het te realiseren project of artistiek werk wordt breed opgevat en kan eveneens installatiekunst, interactieve kunst, performance, design, bewegend beeld of film/ art clip, fotografie, multimedia inhouden. De student is verantwoordelijk voor de presentatie van een voldragen autonoom artistiek werk. Het eindproduct wordt voorgesteld in een aangepaste presentatievorm. 

Deze projecten moeten inhoudelijk van toepassing zijn, ze moeten getuigen van een volwassen benadering, ze moeten technisch gedegen zijn en vooral ze moeten oorspronkelijk zijn en de opdrachtgever/toeschouwer verwonderen.


De studenten worden ook geconfronteerd met randaspecten van het beroep zoals prospectie doen in het werkveld,  contacten met de opdrachtgever, kostprijsberekening, artistiek werk presenteren in een tentoonstelling of presentatie in magazine (editorial fashion), wedstrijddeelname, Open Call, online publicatie, website enz. 

 

Studiemateriaal

- De projectenbundel, het referentiekader en de curus/teksten worden ter beschikking gesteld op Toledo.

- Eigen notities van de student

 

Nederlands

en eventueel ook Engels i.s.m. internationale opdrachtgevers.

- De lessen bestaan enerzijds uit hoorcolleges met audiovisueel college als ondersteuning (referentiekader), een inleidende workshop, anderzijds uit individuele en klassikale werkbesprekingen.. Er is permanente begeleiding en overleg tijdens de contacturen.

- Actieve en kritische participatie tijdens de colleges wordt verwacht en gestimuleerd.

- Informatie m.b.t. de lessen/planning agenda is terug te vinden via Toledo, bij de start van dit opleidingsonderdeel. 

- Opdracht- en werkbesprekingen gebeuren tijdens de contacturen en niet per e-mail.
- Activiteiten buiten de contacturen: opnamen van de projecten tijdens repetities, voorstellingen, opbouw en afbraak van tentoonstelling, event, opnamen modeshooting, enz.

- Permanente begeleiding tijdens de contacturen. 

- Communicatie mbt. afspraken gebeuren via Toledo en e-mail.

- Informatie over de deadline en hoe de opdracht ingediend moet worden, is terug te vinden op Toledo.

- Presentatie van fotografische projecten, installatiekunst, interactieve kunst, performance, design, bewegend beeld of film, multimedia:  tentoonstelling en artistiek dossier.

- De student is volledig verantwoordelijk voor zijn/haar traject en resultaten.
- Er zijn ook feedback momenten met de opdrachtgever en/of experts (op locatie). 
- De evaluaties gebeuren ook in samenspraak met de opdrachtgevers of een externe jury.

Evaluatieactiviteiten

3FOT Studio: Art of Collaboration (B-LUCA-N83893)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Ontwerp/Product, Verslag, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio, Procesevaluatie
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Naslagwerk

ExamenmomentBeoordelingsschaal
TOTAAL1-20/20 puntenschaal
Tussentijdse evaluatie januari1-20/20 puntenschaal

Evaluatievoorwaarden:

1. Participatie hoorcolleges en actieve deelname aan de individuele- en groepsbesprekingen, sterke inzet bij de opvolging van jouw project en opdrachten is vereist tijdens de contacturen, en dit gedurende beide semesters. De student wordt permanent opgevolgd tijdens de begeleiding enerzijds. De participatiegraad telt mee voor 20% in de eindberekening van de punten van het opleidingsonderdeel. 

2. Project en opdrachten inleveren op de gestelde deadline.

3. In januari wordt een tussentijdse evaluatie gehouden van de voorlopige vorderingen en resultaten (1e semester). Deze evaluatie telt voor 30% mee. Er is een schriftelijke terugkoppeling van de bevindingen aan de student.

4. Op het einde van het traject -  mei - presenteert de student zijn/ haar project en toebehoren in een tentoonstelling/publieke voorstelling én een mondelinge presentatie voor een jury. Het cijfer mbt. het 2e semester telt voor 70% mee. 

Er is dan een terugkoppeling van de evaluatie aan de student.

5. Aandelen:

- Jury januari 30%: het gaat om 20% proces (niet herkansbaar) en 10% ontwerp/product/presentatie (herkansbaar)

- Jury mei 70%: het gaat om 20% proces (niet herkansbaar) en 50% ontwerp/product/presentatie en een mondelinge toelichting voor een jury (herkansbaar)

Op het einde van het academiejaar tellen deze aandelen voor 100% mee in het totaalcijfer.

 

Wat wordt geëvalueerd? Bij de beoordeling wordt uitgegaan van de eindcompetenties:

A.Onderzoeken 

  • De student verwerft inzicht in de juiste methodes voor vorm- en beeldonderzoek. (4)
  • De student kan veldonderzoek opzetten. (7)
  • De student verkent hoe hij vormgeving kan gebruiken als instrument om meer kennis te vergaren in een sociale, culturele of maatschappelijke context. (8) 

B.Ontwerpen, creëren en realiseren

  • De student kan onderzoekend ontwerpen en creëren. (9)
  • De student slaagt erin de ideeën beeldend weer te geven. (10)
  • De student kan volgens verschillende methodes ontwerpen en creëren in functie van de context. (11)
  • De student is in staat het concept te realiseren. (12)
  • De student ontwikkelt een persoonlijke visie en uitdrukkingsvorm. (13)
  • De student kan gereedschappen/tools/technologie op een correcte en veilige manier hanteren in functie van de realisatie. (14)
  • De student documenteert en archiveert het proces dat leidt tot een realisatie. (15)

C.Analyseren en verbanden leggen

  • De student verkent de verschillende contexten: de kunst of design, mens en maatschappij, de (bedrijfs)economische context, wetenschappen en technologie. (16)
  • De student legt verbanden tussen de verschillende contexten en kerndisciplines . (17) 
  • De student bestudeert de internationale context, de historische context, de maatschappelijk context, de professionele context. (18)

D.Organiseren & Communiceren

  • De student kan over de eigen werkzaamheden schriftelijk rapporteren. (19)
  • De student is in staat eigen werk op adequate wijze te presenteren en toe te lichten. (20)
  • De student kan zijn/haar leertraject organiseren. (21)
  • De student kan een gegeven opdracht projectmatig en zakelijk organiseren. (22) 
  • De student kan samenwerken met anderen en afspraken respecteren. (23)
  • De student kan regionaal en internationaal netwerken in functie van de eigen opleiding. (24)

E.Reflecteren

  • De student kan over zijn eigen of andermans werk reflecteren en zichzelf plaatsen ten opzichte van bestaande denk- en referentiekaders  (25)
  • De student is zich bewust van zijn/haar eigen kunnen en de eigen ambities/identiteit als beeldend kunstenaar of vormgever. (26)
  • De student kan op een constructieve manier omgaan met feedback. (27)
  • De student kan het groeiproces van anderen bevorderen door opbouwende feedback te geven. (28)
  • De student gaat actief op zoek naar feedback in verschillende omgevingen. (29) 

De beoordelingscriteria zijn te beschouwen als eindcompetenties waaraan de student moet voldoen. Een ernstige tekortkoming op één van de eindcompetenties kan tot een onvoldoende leiden.

Niet alleen het uiteindelijke resultaat maar ook het proces of de groei en evolutie van de student wordt beoordeeld. Hierbij worden de volgende criteria gehanteerd:

- Zelfstandigheid

- Zin voor initiatief

- Motivatie en inzet doorheen het hele proces

- Respecteren van gemaakte afspraken (stiptheid, verantwoordelijkheidszin,...)

- Constructieve houding t.o.v. feedback (aanvaardde de feedback, heeft de feedback op een zinvolle manier verwerkt...)

Deelname aan de jury, tijdens de evaluaties, is voor elke student verplicht.  De student presenteert het  project(en), ontwerp/product of presentatie en een mondelinge toelichting voor een interne jury met alle betrokken docenten. Dit deel telt mee voor 60% van het totaal .  Indien de student niet geslaagd is voor dit deel  is er een 2° examenkans mogelijk, enkel voor dit deel.  Voor de herkansing van dit deel presenteert de student het eindwerk, ontwerp/product of presentatie opnieuw alsook de mondelinge toelichting voor de betrokken docenten van dit opleidingsonderdeel.

Aandelen herkansing:

- Jury  mbt. het 1e sem: 10% ontwerp/product/presentatie is herkansbaar

- Jury mbt. het 2e sem. : 50% ontwerp/product/presentatie en een mondelinge toelichting voor een jury is herkansbaar

Voorwaarden toelichting bij herkansen: 

  • De student is tijdens de presentatie van het eindwerk, tijdens de evaluatie van de interne jury,  verplicht om zijn aanwezigheid en zijn/haar deelname mbt. dit deel voor de jury te ondertekenen. Indien dit niet gebeurt is er geen herkansing mogelijk op een later moment! 
  • Voor een herkansing van het eindwerk, ontwerp/product of presentatie  is er geen proces opvolging meer mogelijk met de betrokken docenten. 
  • De procesevaluatie tijdens het traject, gedurende het academiejaar, telt mee voor 40%  Dit deel is niet herkansbaar! Tijdens de evaluatie mbt. de herkansing of 2e examenkans voor het eindwerk of ontwerp/product of presentatie wordt het deel mbt. de procesevaluatie (40%) mee in rekening gebracht samen met  het deel dat wel herkansbaar is.