Masterproef media & information design [BAMATOOL] (B-LUCA-K43112)

30 studiepuntenNederlands42 urenBeide semestersBeide semestersUitgesloten voor examencontract
Debackere Boris (coördinator) |  Debackere Boris |  Devleminck Steven |  N.
LUCA POC GRADUATE (OC beeldverhaal, fotografie, media- en informationdesign, vrije kunsten Brussel)

De masterproef is een door de wetgever opgelegd werkstuk waarmee een masterstudent zijn/haar academische studie afrondt. Deze academische masterproef vormt een geïntegreerde proef die bestaat uit het afstudeerproject en een scriptie. 
Het afstudeerproject beantwoordt productioneel aan professionele standaarden en is betekenisvol binnen het werkveld.  Het bevat eigen concepten en toont de eigen beeldtaal van de student.  Het wordt door de student mondeling en fysiek gepresenteerd op de masterjury. (zie ijkingskader masterproef: afstudeerproject)
De scriptie is relevant voor het afstudeerproject en bevat eigen opvattingen van de student welke hij/zij kan onderbouwen. 
Terwijl het onderwerp en de vraagstelling van de scriptie worden ingegeven uit de (eigen) artistieke praktijk, dient de uitwerking van de scriptie te beantwoorden aan een aantal
inhoudelijke en methodologische eisen eigen aan een masteropleiding. 

Aan de hand van de scriptie dient een student aan te tonen dat hij in staat is om:

  • een welomschreven vraag- of probleemstelling te formuleren en te ontwikkelen naar aanleiding van of voortvloeiend uit de eigen artistieke praktijk, ervaring of ambities;
  • een verdedigbare onderzoeksmethode op te bouwen en te gebruiken;
  • de bronnen en literatuur op te sporen die relevant zijn voor de probleemstelling, ze accuraat te lezen of te analyseren en zelfstandig te interpreteren en te verwerken;
  • de bestaande inzichten coherent te synthetiseren, te verwoorden en te beoordelen;
  • een kritische en persoonlijke positiebepaling te ontwikkelen ten opzichte van de problematiek;
  • uit de probleemstelling, de literatuur en de analyse van de bestaande problematiek een verantwoorde conclusie te trekken.

Deze OPO draagt bij aan de realisatie van de volgende specifieke leerresultaten: 1, 2, 3, 4, 5 en 6.

 

Volgtijdelijkheid en/of gelijktijdigheid: credits behaald voor Atelier information design, critical practice en de overige verplicht aangeboden vakken.

Onderwijsleeractiviteiten

21 sp. Afstudeerproject Media & information design (B-LUCA-K64448)

21 studiepuntenNederlandsWerkvorm: Masterproef30 urenBeide semestersBeide semesters
LUCA POC GRADUATE (OC educatieve master Brussel)

Het afstudeerproject beantwoordt productioneel aan professionele standaarden en is betekenisvol binnen de academische opleiding Media en Information Design en het werkveld.  Het bevat eigen concepten en toont de eigen beeldtaal van de student.  Het wordt door de student mondeling en fysiek gepresenteerd op de master jury. (zie ijking kader masterproef: afstudeerproject). Het afstudeerproject is de praktische en artistieke realisatie van een gekozen problematiek en onderzoeksvraag relevant binnen het brede veld van Information Design. De scriptie is de contextualisering van dit proces in geschreven vorm. Het afstudeerproject en de scriptie vormen een onlosmakelijk geheel en getuigen van het academisch vermogen van de student om academisch/artistiek onderzoek te verrichten.     

Praktijkgericht onderzoek of artistiek onderzoek is een origineel onderzoek dat wordt uitgevoerd om mede door de praktijk en de uitkomsten van die praktijk nieuwe kennis op te doen. Hoewel de betekenis en context van de claims in woorden worden beschreven, kan een volledig begrip alleen worden verkregen door directe verwijzing naar de uitkomsten:

Het moet een reeks onderzoeksvragen of problemen definiëren die in de loop van het onderzoek zullen worden aangepakt. Het moet ook zijn doelstellingen definiëren in termen van het vergroten van kennis en begrip met betrekking tot de vragen of problemen die moeten worden aangepakt.

Het moet een onderzoekscontext specificeren voor de vragen of problemen die moeten worden aangepakt. Het moet aangeven waarom het belangrijk is dat deze specifieke vragen of problemen worden aangepakt, welk ander onderzoek op dit gebied wordt of is uitgevoerd en welke bijzondere bijdrage dit project zal leveren aan de bevordering van creativiteit, inzichten, kennis en begrip hierin. 

Het moet de onderzoeksmethoden specificeren om de onderzoeksvragen of problemen aan te pakken en te beantwoorden. In de loop van het onderzoeksproject moet worden aangetoond hoe men de vragen kan beantwoorden, of de beschikbare kennis en begrip van de problemen vooruit wil helpen. Het moet ook de grondgedachte voor de gekozen onderzoeksmethoden uitleggen en waarom ze de meest geschikte manier bieden om de onderzoeksvragen te beantwoorden.

Als integraal onderdeel van het onderzoeksproces kan creatieve output worden geproduceerd of in praktijk worden gebracht. De uitkomsten van de praktijk moeten echter vergezeld gaan van documentatie van het onderzoeksproces, evenals een vorm van tekstuele analyse of uitleg om zijn standpunt te ondersteunen en om kritische reflectie te demonstreren.

Eigen nota's, slides, literatuur, artistiek ontwerp. 

Engels. Individuele begeleiding kan in het Nederlands plaatsvinden als de student dat wenst.

English. Individual supervision may be done in Dutch if the student prefers.

Docenten kunnen groepsmomenten, presentaties en individuele meetings organiseren om de algemene evolutie van de praktijk van de student te volgen.

9 sp. Scriptie Media & information design (B-LUCA-K64449)

9 studiepuntenNederlands12 urenBeide semestersBeide semesters
LUCA POC GRADUATE (OC beeldverhaal, fotografie, media- en informationdesign, vrije kunsten Brussel)

De scriptie (zie ook algemene doelstellingen masterproef en afstudeerproject) is relevant voor het afstudeerproject en bevat eigen opvattingen van de student welke hij/zij kan onderbouwen. 

Terwijl het onderwerp en de vraagstelling van de scriptie worden ingegeven uit de (eigen) artistieke praktijk, dient de uitwerking van de scriptie te beantwoorden aan een aantal inhoudelijke en methodologische eisen eigen aan een masteropleiding. 

Aan de hand van de scriptie dient een student aan te tonen dat hij in staat is om:

  • een welomschreven vraag- of probleemstelling te formuleren en te ontwikkelen naar aanleiding van of voortvloeiend uit de eigen artistieke praktijk, ervaring of ambities;
  • een verdedigbare onderzoeksmethode op te bouwen en te gebruiken;
  • de bronnen en literatuur op te sporen die relevant zijn voor de probleemstelling, ze accuraat te lezen of te analyseren en zelfstandig te interpreteren en te verwerken;
  • de bestaande inzichten coherent te synthetiseren, te verwoorden en te beoordelen;
  • een kritische en persoonlijke positiebepaling te ontwikkelen ten opzichte van de problematiek;
  • uit de probleemstelling, de literatuur en de analyse van de bestaande problematiek een verantwoorde conclusie te trekken.

De student werkt in grote mate zelfstandig. Hij/zij krijgt een individuele promotor toegewezen die zijn/haar werkproces bewaakt en begeleidt door o.a.

-- het geven van feedback over en evalueren van zijn/haar voortgang,

-- het controleren of gemaakte afspraken nagekomen zijn,

-- het doorverwijzen naar gespecialiseerde ondersteuning of begeleiding,

-- het oplossen van kleine praktische problemen,

-- het bewaken van de inhoudelijke diepgang van de leerdoelen en

-- het stellen van stimulerende vragen.

De Master scriptie moet tussen de 6.000 en 8.000 woorden bevatten, exclusief referenties en bibliografie. Het is geen probleem wanneer de maximum lengte overschreden wordt (m.a.w. wanneer de scriptie meer dan 8.000 woorden telt). Het is daarentegen niet toegelaten minder dan 6.000 woorden te schrijven.

Voeg steeds een volledige bibliografie toe. Dit is een lijst van alle bronnen die je gebruikt en waarnaar je verwijst in voetnoten/verkorte referenties. Een bibliografie kan opgemaakt worden in velerlei stijlen. Welke stijl je kiest is om het even, zolang je maar consequent één stijl gebruikt. (zie ook document: “Guidelines Bibliography & Citing Sources”)

Als je afbeeldingen aan je scriptie toevoegt, vergezel die dan steeds van een onderschrift, dat minstens de naam van de kunstenaar bevat, de titel van het werk, en het jaartal waarin het is gemaakt. Eventueel kan je ook de afmetingen van het werk, de gebruikte materialen en de collectie waar het zich bevindt eraan toevoegen. Bv.: Andreas Gursky, Sha Tin, 1995. Chromogene kleurprint, 180 x 235 cm. (The Museum of Modern Art, New York)

 

Evaluatieactiviteiten

Masterproef media & information design (B-LUCA-K83112)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Ontwerp/Product, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten

ExamenmomentBeoordelingsschaal
TOTAAL1-20/20 puntenschaal
K64448 - Afstudeerproject Media & information design1-20/20 puntenschaal
K64449 - Scriptie Media & information design1-20/20 puntenschaal

De scriptie wordt beoordeeld door een jury samengesteld uit de studiebegeleider(s) van het afstudeerproject, de promotor van de scriptie en één corrector of lezer (of team van lezers).
De scriptiejury bepaalt collegiaal het cijfer op 20. In het examencijfer voor de masterproef telt het behaalde resultaat voor de scriptie voor 9 credits.

De scriptie dient te voldoen aan inhoudelijke en formele vereisten:
1. Inhoudelijk: terwijl het onderwerp en de vraagstelling van de scriptie worden ingegeven uit de (eigen) artistieke praktijk, dient de uitwerking van de scriptie te beantwoorden aan een aantal inhoudelijke en methodologische eisen eigen aan een masteropleiding.
Aan de hand van de scriptie dient een student aan te tonen dat hij in staat is om:
a) een welomschreven vraag- of probleemstelling te formuleren en te ontwikkelen naar aanleiding van of voortvloeiend uit de eigen artistieke praktijk, ervaring of ambities;
b) een verdedigbare onderzoeksmethode op te bouwen en te gebruiken;
c) de bronnen en literatuur op te sporen die relevant zijn voor de probleemstelling, ze accuraat te lezen of te analyseren en zelfstandig te interpreteren en te verwerken;
d) de bestaande inzichten coherent te synthetiseren, te verwoorden en te beoordelen;
e) een kritische en persoonlijke positiebepaling te ontwikkelen ten opzichte van de problematiek;
f) uit de probleemstelling, de literatuur en de analyse van de bestaande problematiek een verantwoorde conclusie te trekken.
2. Formeel:
de scriptie bestaat minstens uit een tekstueel gedeelte met een omvang van minimum 6000 en maximum 8000 woorden (dit stemt overeen met 20 pagina’s Times New Roman korps 12, interlinie 1,5, afwijking +/- 5%). Het tekstueel gedeelte van de scriptie is geschreven in correct Nederlands en bevat een inhoudsopgave en een coherent systeem van literatuur- en bronverwijzingen. Het tekstueel gedeelte kan aangevuld worden met alle vormen van beeld- of ander materiaal.

Het afstudeerproject wordt gepresenteerd en mondeling verdedigd voor een jury van interne en externe deskundigen. De jury bestaat uit minstens drie leden. De studiebegeleider(s) van het afstudeerproject is/zijn een lid van het onderwijzend personeel en automatisch lid van de jury. Om het geïntegreerde karakter van het afstudeerproject en de scriptie te garanderen, is minstens één docent algemene en kritische studies lid van de jury van het afstudeerproject. Het behoort tot de opdracht van dit lid/leden om de scripties van elke student, die zich voor deze jury presenteert, doorgenomen te hebben
De jury bepaalt collegiaal het cijfer op 20. In het examencijfer van de masterproef telt het behaalde resultaat voor het afstudeerproject voor 21 credits.

Om te kunnen slagen voor de masterproef dient de studenten minstens de helft van de punten behaald te hebben voor het afstudeerproject. Indien dit niet het geval is kan het globale examencijfer van de masterproef (resultaat afstudeerproject + resultaat scriptie) nooit hoger zijn dan 9/20.

De studenten en hun werk (afstudeerproject, scriptie, ...) dienen (fysiek) aanwezig te zijn op de jury en doorheen het jaar (regelmatig en conform de richtlijnen van de masterproef) de lessen te hebben bijgewoond.