4FOT What's Next 1 (B-LUCA-N44001)

6 studiepuntenNederlands56 urenBeide semestersBeide semestersUitgesloten voor examencontract
Geenen Annick (coördinator) |  Geenen Annick |  N.
LUCA POC GRADUATE (OC fotografie Genk)

Oefeningen in het presenteren van het eigen artistieke werk NAAR EN MET derden.

Doelstellingen

1.  Onderzoeken (2,5)

Op het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • de maatschappelijke en/of artistieke relevantie van zijn/haar individueel onderzoek aan te tonen (2) aan derden 
  • zijn/haar individueel onderzoek kritisch te beargumenteren en te presenteren op een belevingsgerichte wijze (5) aan derden

2.  Ontwerpen, creëren en realiseren (8, 9)

​Op het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • zijn/haar identiteit als beeldenmaker en/of multidisciplinair kunstenaar en methodes te combineren en te werken binnen verschillende contexten. (8) 
  • zijn/haar persoonlijke stijl te creëren voor en met derden, of in opdracht voor vb. een redactie, gallerij, art director, enz.  (9)  De student streeft hierbij naar visie en auteurschap. 

 

3.  Analyseren en verbanden leggen (10,11)

​Op het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • nieuwe verbanden te leggen. Hij/zij gaat op zoek naar patronen en creëert nieuwe verbanden die hij/zij tot uiting weet te brengen in een ontwerp/creatie. (10) De student kan de persoonlijke artistieke intenties en bijhorende resultaten kritisch beschouwen en heroverwegen. Het verband aangeven tussen persoonlijke artistieke intenties en bijhorende resultaten. 
  • nieuwe verbanden te leggen en creëert nieuwe kennis. (11) 

 

4.  Organiseren & Communiceren (12, 13,14,15,16,17,18,19)

​Op het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • in beeld, woord en geschrift te communiceren over zijn of haar visie, werk en werkwijze. (12) 
  • binnen verschillende organisatiestructuren te functioneren. (13) De student leert op een professionele manier omgaan met samenwerkingen met betrekking tot het werkveld. Het gaat hierbij om fotografische projecten gerelateerd aan het artistiek werkveld, kunstenplatform of de creatieve industrie. 
  • een team te leiden. (14) 
  • oplossingsgericht met de knelpunten binnen een organisatie om te gaan. (15) 
  • zijn/haar netwerk te onwikkelen. (16) 
  • Op het einde van dit opleidingsonderdeel is de student zich bewust van zijn/haar organisatiedeskundigheid. (17) Eigen artistiek werk documenteren en visueel en verbaal presenteren naar een verscheiden doelpubliek. De student heeft notie van de verschillende kanalen die gebruikt kunnen worden om zichzelf en zijn werk visibiliteit te geven. De student ziet het nut van (visuele) communicatie in.
  • partners aan te trekken die zijn organisatie versterken. (18) De student ziet het belang in van een online en offline identiteit, die op een eigen manier kan worden ingezet om zijn/haar eigen verhaal (visueel) te vertalen.
  • binnen een multidisciplinair team de basisterminologie en het denkkader van de verschillende disciplines te beheersen en is in staat tot communicatie met specialisten in deze disciplines. (19)

 

 5. Reflecteren (20,21,22)

​Op het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • Vanuit verschillende kennisdomeinen te reflecteren op zijn werk, creatief proces en identiteit als beeldend kunstenaar of vormgever. De student analyseert en reconstrueert zijn/haar portfolio tot een eigenzinnig afstudeerprofiel dat samenhangend is. (20) 
  • Op het einde van dit opleidingsonderdeel is de student zich bewust van zijn/haar eigen kunnen en de eigen ambities. Het portfolio van de student getuigt van een streven naar vernieuwing en van een eigen visie. (21) 
  • over zijn persoonlijke visie te reflecteren. (22) Artistiek onderzoek, en het (beeldend) resultaat ervan, van zichzelf en van anderen duiden vanuit een persoonlijk referentiekader binnen een bepaalde context. De student kan zichzelf en z'n werk verbaal toelichten en aan de man brengen. 

De masteropleiding is erg intensief en veeleisend. Zij stelt de student in staat om zich verder te verdiepen in het theoretische en kritische discours dat vandaag over de audiovisuele en beeldende kunsten wordt gevoerd. Van de student wordt een grote inbreng verwacht aan kennis, vaardigheden, creativiteit, motivatie en ambitie.

Voor volgtijdelijkheidsvoorwaarden: raadpleeg het Curriculum Beeldende Kunsten 

Dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar in de onderstaande opleiding(en):

Onderwijsleeractiviteiten

6 sp. 4FOT What's Next 1 (B-LUCA-N62616)

6 studiepuntenNederlandsWerkvorm: Practicum-opdracht56 urenBeide semestersBeide semesters
Geenen Annick |  N.
LUCA POC GRADUATE (OC fotografie Genk)

1) Beschrijving van de context 

"What's Next 1" is een opleidingsonderdeel dat een breed scala aan collaboratieve praktijken van hedendaagse beeldende, multidisciplinaire kunstenaars of fotografen plaatst in een historische, actuele, artistieke en theoretische context. Thematisch georganiseerd, richten wij ons op verschillende case-studies van hedendaagse beeldende, multidisciplinaire kunstenaars of fotografen, tegen een bredere geschiedenis van de fotografische praktijk. Het laat zien hoe samenwerking in het artistieke creatieve werkveld een belangrijk en over het hoofd gezien deel van de ontwikkeling van het medium is geweest en creëert meer inzicht dat de studie van samenwerking in feite onze studie van fotografie vergroot. Gericht op de hedendaagse praktijk, van de gevonden foto (found footage), zelf gemaakte beelden tot afbeeldingen die via sociale media worden gedeeld, art films, video clips, enz. biedt fotografie en samenwerking een geheel nieuwe kijk op bestaande debatten in de beeldende kunsten.

De student werkt enerzijds vanuit zijn/haar masterproject waarbij een samenwerking(en) wordt gerealiseerd in het artistieke werkveld, of de meer creatieve toegepaste sector. Dit traject situeert zich in het 1e semester onder begeleiding van Annick Geenen.

Insteken:

- de studenten leren netwerken, en werken ‘in opdracht’ of ‘in samenwerking’, ze worden gevraagd om vanuit de  thematiek van hun masterproject één samenwerking(en) te ontwikkelen, te realiseren in het werkveld.

- de focus ligt ook op linken zoeken met artistiek onderzoekend werk, de studenten verdiepen zich in een aspect van de thematiek van de samenwerking(en), vanuit het medium, vanuit theorie, vanuit artistieke praktijken etc.

2) De opdrachtomschrijving: 

Via de introductiedag wordt de student gevraagd om vanuit zijn of haar Masterproject (conceptuele fotografische beelden, bewegende beelden, enz.) één samenwerking te realiseren waarbij er een nieuw artistiek werk onstaat. De studenten werken gedurende enkele maanden aan deze samenwerking(en), dat wordt ontwikkeld vanuit een inhoudelijke link met hun Masterproject, vanuit de eigen visuele stijl en artistieke identiteit. 

Dit omvat:

- dit kan in het eigen artistieke gebied zijn, maar zeker ook het eigen gebied overschrijden zoals een samenwerking in het creatieve toegepaste gebied.

- dit kan een samenwerking zijn met actoren (dus personen, organisaties of instanties) die buiten de kunsten liggen (resultaat hoort wel artistiek te zijn) maar zie bv. wetenschap en kunst, commercie en kunst, filosofie en kunst, ...

- de samenwerking kan met iemand vanuit een onbekende sociale omgeving zijn maar ook met iemand vanuit een dichte omgeving (partner, familie, collega, medestudent, ...) als er hier een duidelijke reden of samenhangendheid aan zit .

- de samenwerking kan gaan door personen die dezelfde hoeveelheid van expertise hebben, maar het kan ook (en meestal) verschillend zijn waardoor er een gedeelde alsook een gescheiden verantwoordelijkheid ontstaat. Maar het is vooral geen stage model (dus niet om uitsluitend te leren van de ander, het gaat over een partnerschap.

In deze opdracht ligt de focus op de productie van een artistiek werk in samenwerking met een externe, of waarbij één of meerdere samenwerkingen worden gerealiseerd zoals fotografische beelden, een performance en/of een foto- installatie, en/of een video- installatie, enz. Titel en tekst worden ook verwacht bij het samenwerkingsproject en de vermelding van de credits.

De studenten worden ook geconfronteerd met randaspecten van het beroep zoals prospectie doen in het werkveld, auteursrechten, contacten met de opdrachtgever, een portfolio review enz. 

 

3) Workshop:

Tijdens dit traject wordt er ook een workshop georganiseerd in samenwerking met Anton Kusters. In deze workshop geeft hij een inkijk in de professionele artistieke praktijk, en schetst zo een beeld dat ruimer is dan puur de creatie van het werk. De hele dag onbezorgd bezig kunnen zijn met creatie is natuurlijk een droom voor ons allemaal. Maar is dit niet een utopie? Komt er niet méér bij kijken?

Door in detail in te gaan op verschillende aspecten van een beeldende kunst praktijk, kunnen de studenten een groter geheel leren zien, en ook hun eigen werk en werkwijze leren toetsen. Want er komt best wel wat bij kijken. Anton Kusters kijkt in detail naar de evolutie van zijn eerste documentair fotografisch project “Yakuza” (2011) tot zijn autonoom beeldend werk “The Blue Skies Project” dat in 2023 opgenomen werd in de permanenten collectie van het Victoria & Albert Museum in Londen. Via een reeks mini-assignments en discussies gaan we dieper in op vragen als “Hoe pak ik een lange-termijn project aan? Hoe werk ik met een curator? Of een instituut? Wat is een ‘traject' en hoe werk ik er aan? Hoe organiseer ik mijn inspiratie? Waar vind ik geld en steun? Hoe zet ik mijn werk in de wereld?”


En tot slot besteden we in de workshop ook aandacht aan alle aspecten van een tentoonstelling, van idee tot communicatie, scenografie en curatie, productie en collaboratie, opbouw en opening.

- De projectenbundel, het referentiekader en de teksten worden ter beschikking gesteld op Toledo.

- eigen notities van de student

 

Nederlands 

en eventueel ook Engels i.s.m. internationale kunstenaars

- De lessen bestaan enerzijds uit hoorcolleges met audiovisueel college als ondersteuning (referentiekader), een workshop en anderzijds uit individuele en klassikale werkbesprekingen.. Er is permanente begeleiding en overleg tijdens de contacturen.

- Actieve en kritische participatie tijdens de colleges, workshop en feedback besprekingen wordt verwacht en gestimuleerd.

- Informatie m.b.t. de lessen is terug te vinden via Toledo. 

- Praktische oefeningen en besprekingen zullen op de campus doorgaan.  Terwijl het uitvoeren van de gestelde opdrachten in de eigen tijd zal plaatsvinden.

- Opdracht- en werkbesprekingen gebeuren tijdens de contacturen en niet per e-mail.

- Permanente begeleiding tijdens de contacturen. 

- Communicatie mbt. afspraken gebeuren via Toledo en e-mail.

- Informatie over de deadline en hoe de opdrachten ingediend moeten worden, is terug te vinden op Toledo in de opdrachtfiche.

- De student is volledig verantwoordelijk voor zijn/haar traject en resultaten.

- De lessen kunnen zowel fysiek als digitaal doorgaan. Informatie over deze lessen is terug te vinden via Toledo. Indien de veiligheidssituatie het vereist kan het zijn dat de lessen digitaal zullen doorgaan. 

Evaluatieactiviteiten

4FOT What's Next 1 (B-LUCA-N84001)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio, Procesevaluatie
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Naslagwerk

ExamenmomentBeoordelingsschaal
TOTAAL1-20/20 puntenschaal

Evaluatievoorwaarden:

1. Participatie hoorcolleges, workshop en actieve deelname aan de individuele- en groepsbesprekingen, sterke inzet bij de opvolging van jouw opdrachten is vereist tijdens de contacturen. De student wordt permanent opgevolgd tijdens de begeleiding. 

2. Opdrachten inleveren op de gestelde deadline.

3. Op het einde van het traject presenteert de student zijn/ haar project en toebehoren in een tentoonstelling/voorstelling én een mondelinge presentatie aan de betrokken docenten of jury. Er is dan een terugkoppeling van de evaluatie aan de student.

4. Aandelen:

- Proces evaluatie, tijdens het traject: 60% (niet herkansbaar)

- Jury evaluatie van het ontwerp/product/presentatie en een mondelinge toelichting: 40% (herkansbaar) 

Op het einde tellen deze aandelen voor 100% mee in het totaalcijfer.

 

Wat wordt geëvalueerd? 

Bij de beoordeling wordt uitgegaan van de eindcompetenties, gespecialiseerd niveau: 

1.  Onderzoeken (2,5)

Op het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • de maatschappelijke en/of artistieke relevantie van zijn/haar individueel onderzoek aan te tonen (2) aan derden 
  • zijn/haar individueel onderzoek kritisch te beargumenteren en te presenteren op een belevingsgerichte wijze (5) aan derden

2.  Ontwerpen, creëren en realiseren (8, 9)

Op het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • zijn/haar identiteit als beeldenmaker en/of multidisciplinair kunstenaar en methodes te combineren en te werken binnen verschillende contexten. (8) 
  • zijn/haar persoonlijke stijl te creëren voor en met derden, of in opdracht voor vb. een redactie, gallerij, art director, enz.  (9)  De student streeft hierbij naar visie en auteurschap. 

3.  Analyseren en verbanden leggen (10,11)

Op het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • nieuwe verbanden te leggen. Hij/zij gaat op zoek naar patronen en creëert nieuwe verbanden die hij/zij tot uiting weet te brengen in een ontwerp/creatie. (10) De student kan de persoonlijke artistieke intenties en bijhorende resultaten kritisch beschouwen en heroverwegen. Het verband aangeven tussen persoonlijke artistieke intenties en bijhorende resultaten. 
  • nieuwe verbanden te leggen en creëert nieuwe kennis. (11) 

4.  Organiseren & Communiceren (12, 13,14,15,16,17,18,19)

Op het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • in beeld, woord en geschrift te communiceren over zijn of haar visie, werk en werkwijze. (12) 
  • binnen verschillende organisatiestructuren te functioneren. (13) De student leert op een professionele manier omgaan met samenwerkingen met betrekking tot het werkveld. Het gaat hierbij om fotografische projecten gerelateerd aan het artistiek werkveld, kunstenplatform of de creatieve industrie. 
  • een team te leiden. (14) 
  • oplossingsgericht met de knelpunten binnen een organisatie om te gaan. (15) 
  • zijn/haar netwerk te onwikkelen. (16) 
  • Op het einde van dit opleidingsonderdeel is de student zich bewust van zijn/haar organisatiedeskundigheid. (17) Eigen artistiek werk documenteren en visueel en verbaal presenteren naar een verscheiden doelpubliek. De student heeft notie van de verschillende kanalen die gebruikt kunnen worden om zichzelf en zijn werk visibiliteit te geven. De student ziet het nut van (visuele) communicatie in.
  • partners aan te trekken die zijn organisatie versterken. (18) De student ziet het belang in van een online en offline identiteit, die op een eigen manier kan worden ingezet om zijn/haar eigen verhaal (visueel) te vertalen.
  • binnen een multidisciplinair team de basisterminologie en het denkkader van de verschillende disciplines te beheersen en is in staat tot communicatie met specialisten in deze disciplines. (19)

 5. Reflecteren (20,21,22)

Op het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • Vanuit verschillende kennisdomeinen te reflecteren op zijn werk, creatief proces en identiteit als beeldend kunstenaar of vormgever. De student analyseert en reconstrueert zijn/haar portfolio tot een eigenzinnig afstudeerprofiel dat samenhangend is. (20) 
  • Op het einde van dit opleidingsonderdeel is de student zich bewust van zijn/haar eigen kunnen en de eigen ambities. Het portfolio van de student getuigt van een streven naar vernieuwing en van een eigen visie. (21) 
  • over zijn persoonlijke visie te reflecteren. (22) Artistiek onderzoek, en het (beeldend) resultaat ervan, van zichzelf en van anderen duiden vanuit een persoonlijk referentiekader binnen een bepaalde context. De student kan zichzelf en z'n werk verbaal toelichten en aan de man brengen. 

 

De beoordelingscriteria zijn te beschouwen als eindcompetenties waaraan de student moet voldoen. Een ernstige tekortkoming op één van de eindcompetenties kan tot een onvoldoende leiden. 

Opmerking: De jury beoordeelt niet alleen het uiteindelijke resultaat (aandeel 40%) maar ook het proces (aandeel 60%) of de groei en evolutie van de student. Voor het proces worden extra criteria gehanteerd, naast de hierboven vermelde competenties:



- Zelfstandigheid



- Zin voor initiatief 

- Motivatie en inzet doorheen het hele proces



- Respecteren van gemaakte afspraken (stiptheid, verantwoordelijkheidszin,...)



- Constructieve houding t.o.v. feedback (aanvaardde de feedback, heeft de feedback op 

een zinvolle manier verwerkt...) 

Deelname aan de jury, tijdens de evaluatie, is voor elke student verplicht.  De student presenteert de opdrachten, ontwerp/product of presentatie en een mondelinge toelichting voor een interne jury met alle betrokken docenten en externen. Dit deel telt mee voor 40% van het totaal .  Indien de student niet geslaagd is voor dit deel is er een 2° examenkans mogelijk, enkel voor dit deel.  Voor de herkansing van dit deel presenteert de student het werk, ontwerp/product of presentatie opnieuw alsook de mondelinge toelichting voor de betrokken docenten van dit opleidingsonderdeel.

Aandelen:

- Proces evaluatie, tijdens het traject: 60% , niet herkansbaar

- Jury evaluatie van het ontwerp/product/presentatie en een mondelinge toelichting: 40% , herkansbaar 

Op het einde tellen deze aandelen voor 100% mee in het totaalcijfer.

 

Voorwaarden toelichting bij herkansen: 

  • De student is tijdens de presentatie van het werk, tijdens de evaluatie van de interne jury,  verplicht om zijn aanwezigheid en zijn/haar deelname mbt. dit deel (40%) voor de jury te ondertekenen. Indien dit niet gebeurt is er geen herkansing mogelijk op een later moment.
  • Voor een herkansing van het werk, ontwerp/product of presentatie  is er geen proces opvolging meer mogelijk met de betrokken docenten. 
  • De procesevaluatie tijdens het traject, gedurende het academiejaar, telt mee voor 60%  Dit deel is niet herkansbaar. Tijdens de evaluatie mbt. de herkansing of 2e examenkans voor het werk, ontwerp/product, presentatie en mondelinge toelichting wordt het deel mbt. de procesevaluatie (60%) mee in rekening gebracht samen met het deel dat wel herkansbaar is.