4FOT Art of Collaboration (B-LUCA-N43776)

6 studiepuntenNederlands56 urenBeide semestersBeide semestersUitgesloten voor examencontract
Geenen Annick (coördinator) |  Geenen Annick |  Segers Lieven |  N.
LUCA POC GRADUATE (OC fotografie Genk)

Oefeningen in het presenteren van het eigen artistieke werk NAAR EN MET derden.

Doelstellingen

1.  Onderzoeken (1, 2,3,4,5,6)

Op het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • zijn/haar eigen onderzoek individueel op te zetten en uit te voeren. (1) 
  • de maatschappelijke en/of artistieke relevantie van zijn/haar individueel onderzoek aan te tonen. (2) 
  •  individueel een onderzoeksvraag op te stellen, en deze vraag koppelen aan één of meerdere onderzoeksmethodes. (3) 
  • individueel onderzoeksgegevens te verzamelen en te interpreteren. Hij/zij kan een conclusie formuleren. (4) 
  • zijn/haar individueel onderzoek kritisch te beargumenteren en te presenteren op een belevingsgerichte wijze. (5) 
  • zijn/haar kennis te identificeren en identificeert en  ‘nieuwe’ vragen te formuleren. (6) 

 

2.  Ontwerpen, creëren en realiseren (7,8, 9)

​Op het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • zijn/haar ontwerp/creatie te realiseren – in groep of individueel. Een sterke visie en concept, consistentie tussen vorm en inhoud.(7) Door (experimenteel) onderzoek en eigen(-zinnige) beeldtaal ontwikkelen. De student werkt een idee of concept uit n.a.v. een thematiek, hij/zij werkt met een bewuste beeldstrategie en werkmethodiek in een bepaalde context.
  • methodes te combineren en te werken binnen verschillende contexten. (8) De student kiest een vorm voor zijn artistiek verhaal visueel te vertalen. De student onderzoekt hoe z'n werk best tot z'n recht komt in de ruimte , online, boekvorm, enz.
  • zijn/haar persoonlijke stijl te creëren. (9)  De student streeft hierbij naar visie en auteurschap. (innovatief of nieuw geluid binnen de discipline )

 

3.  Analyseren en verbanden leggen (10,11)

​Op het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • nieuwe verbanden te leggen. Hij/zij gaat op zoek naar patronen en creëert nieuwe verbanden die hij tot uiting weet te brengen in een ontwerp/creatie. (10) De student kan de persoonlijke artistieke intenties en bijhorende resultaten kritisch beschouwen en heroverwegen. Het verband aangeven tussen persoonlijke artistieke intenties en bijhorende resultaten. 
  • nieuwe verbanden te leggen en creëert nieuwe kennis. (11) 

 

4.  Organiseren & Communiceren (12, 13,14,15,16,17,18,19)

​Op het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • in beeld, woord en geschrift te communiceren over zijn of haar visie, werk en werkwijze. (12) 
  • binnen verschillende organisatiestructuren te functioneren. (13) De student leert op een professionele manier omgaan met samenwerkingen met betrekking tot het werkveld. Het gaat hierbij om fotografische projecten gerelateerd aan het artistiek werkveld, kunstenplatform of de creatieve industrie. 
  • een team te leiden. (14) 
  • oplossingsgericht met de knelpunten binnen een organisatie om te gaan. (15) 
  • zijn netwerk te onwikkelen. (16) 
  • Op het einde van dit opleidingsonderdeel is de student zich bewust van zijn/haar organisatiedeskundigheid. (17) Eigen artistiek werk documenteren en visueel en verbaal presenteren naar een verscheiden doelpubliek.De student heeft notie van de verschillende kanalen die gebruikt kunnen worden om zichzelf en zijn werk visibiliteit te geven. De student ziet het nut van (visuele) communicatie in.
  • partners aan te trekken die zijn organisatie versterken. (18) De student ziet het belang in van een online en offline identiteit, die op een eigen manier kan worden ingezet om zijn/haar eigen verhaal (visueel) te vertalen.
  • binnen een multidisciplinair team de basisterminologie en het denkkader van de verschillende disciplines te beheersen en is in staat tot communicatie met specialisten in deze disciplines. (19)

 

 5. Reflecteren 20,21,22)

​Op het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • Vanuit verschillende kennisdomeinen te reflecteren op zijn werk, creatief proces en identiteit als beeldend kunstenaar of vormgever. De student analyseert en reconstrueert zijn/haar portfolio tot een eigenzinnig afstudeerprofiel dat samenhangend is. (20) 
  • Op het einde van dit opleidingsonderdeel is de student zich bewust van zijn/haar eigen kunnen en de eigen ambities. Het portfolio van de student getuigt van een streven naar vernieuwing en van een eigen visie. (21) 
  • over zijn persoonlijke visie te reflecteren. (22) Artistiek onderzoek, en het (beeldend) resultaat ervan, van zichzelf en van anderen duiden vanuit een persoonlijk referentiekader binnen een bepaalde context. De student kan zichzelf en z'n werk verbaal toelichten en aan de man brengen. 

De masteropleiding is erg intensief en veeleisend. Zij stelt de student in staat om zich verder te verdiepen in het theoretische en kritische discours dat vandaag over de audiovisuele en beeldende kunsten wordt gevoerd. Van de masterstudent wordt een grote inbreng verwacht aan kennis, vaardigheden, creativiteit, motivatie en ambitie.

Voor volgtijdelijkheidsvoorwaarden: raadpleeg het Curriculum Fotografie

Onderwijsleeractiviteiten

6 sp. 4FOT Art of Collaboration (B-LUCA-N62362)

6 studiepuntenNederlandsWerkvorm: Practicum-opdracht56 urenBeide semestersBeide semesters
Geenen Annick |  Segers Lieven |  N.
LUCA POC GRADUATE (OC fotografie Genk)

Omschrijving 

The Art of Collaboration is een opleidingsonderdeel dat een breed scala aan collaboratieve praktijken van hedendaagse kunstenaars plaatst in een historische, actuele, artistieke en theoretische context.

Thematisch georganiseerd, richten wij ons op verschillende case-studies van hedendaagse kunstenaars, tegen een bredere geschiedenis van de fotografische praktijk. Het laat zien hoe samenwerking een belangrijk en over het hoofd gezien deel van de ontwikkeling van het medium is geweest en creëert meer inzicht dat de studie van samenwerking in feite onze studie van fotografie vergroot.

Gericht op de hedendaagse praktijk, van de gevonden foto (found footage), zelf gemaakte beelden tot afbeeldingen die via sociale media worden gedeeld, biedt fotografie en samenwerking een geheel nieuwe kijk op bestaande debatten in kunstfotografie.

Een voorbeeld van een samenwerking: Voorgaande jaren hebben de masterstudenten samen gewerkt met het Huis voor actuele Kunst Z33 (Hasselt) rond één van hun thematische tentoonstellingen, waarbij de artistieke werken, die resulteren uit de workshops en opvolging van de curator en docenten, worden tentoongesteld in de Galerieruimte van Z33. In het kader van het project in samenwerking met het huis voor actuele kunst Z33 Hasselt en de daaraan gekoppelde tentoonstelling worden de studenten geïntroduceerd in de thematiek van de tentoonstelling en de visuele strategieën van internationale kunstenaars. Via een inleidende workshop wordt er aan de student gevraagd om conceptuele fotografische beelden of een artistiek werk te realiseren met een eigenzinnig experimenteel karakter.   

Insteken van de workshop:

- de studenten leren werken ‘in opdracht’ of in samenwerking, ze worden gevraagd om vanuit de brede thematiek van een thematentoonstelling persoonlijk werk te ontwikkelen, gerelateerd aan het hoofdthema

- de focus ligt op artistieke kwaliteit (er is een selectie voor wie wel of niet in de expo komt met zijn werk, de lat ligt weliswaar minder hoog dan voor andere expo’s!)

- de focus ligt ook op linken zoeken met artistiek onderzoekend werk, de studenten verdiepen zich in een aspect van de thematiek van de expo, vanuit het medium, vanuit theorie, vanuit artistieke praktijken etc.

- de studenten leren wat het betekent om ‘tentoon te stellen’, dwz dat ze in de schoolcontext vooral bezig zijn met ‘vrij’ hun eigen werk te maken zonder rekening te houden met hoe een werk ge-exposeerd kan worden, dit houdt in dat ze ook tekst voor hun werk moeten maken en moeten nadenken hoe hun werk collectief getoond kan worden in een groepsexpo (welk werk komt waar, wat resoneert met elkaar, een titel voor de groepsexpo bedenken, hoe zich verhouden naar een publiek, rekening houden met realisatie, materiaal etc.)

- De studenten krijgen de mogelijkheid om deel te nemen aan een lezing van een (internationaal) kunstenaar en /of een studiedag (atelierbezoek of tentoonstellingen).

 

Traject opdracht:

Via een kennismakingsworkshop en/of rondleiding met ofwel een kunstenaar ofwel een curator van de thematentoonstelling wordt de student gevraagd conceptuele fotografische beelden, bewegende beelden of een ander artistiek werk met een uniek experimenteel en conceptueel karakter te realiseren. De studenten werken gedurende enkele maanden aan dit project, dat wordt ontwikkeld vanuit een inhoudelijke link met het thema van de tentoonstelling, vanuit de eigen visuele stijl en artistieke identiteit. Deze projecten worden begeleid, opgevolgd en geëvalueerd door Ils Huygens (curator Z33) en de docenten Annick Geenen en Lieven Segers 

In deze opdracht ligt de focus op de productie van een artistiek werk & een kleine groepstentoonstelling waarin de onderzoeksmatige aanpak aan de basis ligt van het project! 
 Het artistiek werk bestaat uit fotografische beelden in reeksverband, een performance en/of een foto- installatie, en/of een video- installatie, enz. Titel en tekst worden ook verwacht bij het artistiek werk. Tijdens de jury wordt er nog een extra extern jurylid betrokken voor de evaluatie. Na deze periode worden de geselecteerde resultaten tentoongesteld in de galerieruimte van bijvoorbeeld Z33 tijdens Kunstennacht Hasselt. 

 

- De projectenbundel, het referentiekader en de curusteksten worden ter beschikking gesteld op Toledo.

- eigen notities van de student

- lezing(en) en bezoek tentoonstelling(en)

 

Nederlands 

en eventueel ook Engels i.s.m. internationale kunstenaars of workshop

- De lessen bestaan enerzijds uit hoorcolleges met audiovisueel college als ondersteuning (referentiekader), een inleidende workshop, anderzijds uit individuele en klassikale werkbesprekingen.. Er is permanente begeleiding en overleg tijdens de contacturen.

- Actieve en kritische participatie tijdens de colleges wordt verwacht en gestimuleerd.

- Informatie m.b.t. de lessen is terug te vinden via Toledo. 

- Praktische oefeningen en besprekingen van experimenten m.b.t. de workshop en het project zullen op locatie en op de campus doorgaan.  Terwijl het uitvoeren van de gestelde opdracht (opnamen) van het thematisch project in de eigen tijd zal plaatsvinden.

- Opdracht- en werkbesprekingen gebeuren tijdens de contacturen en niet per e-mail.

- Permanente begeleiding tijdens de contacturen. 

- Communicatie mbt. afspraken gebeuren via Toledo en e-mail.

- Informatie over de deadline en hoe de opdracht ingediend moet worden, is terug te vinden op Toledo.

- Presentatie van fotografische projecten, installatiekunst, interactieve kunst, performance, design, bewegend beeld of film, multimedia:  tentoonstelling.

- De student is volledig verantwoordelijk voor zijn/haar traject en resultaten.

- De lessen kunnen zowel fysiek als digitaal doorgaan. Informatie over deze lessen is terug te vinden via Toledo. Indien de veiligheidssituatie het vereist kan het zijn dat de lessen digitaal zullen doorgaan. 

 

 

Evaluatieactiviteiten

4FOT Art of Collaboration (B-LUCA-N83776)

Type : Examen buiten de normale examenperiode
Evaluatievorm : Praktijkexamen
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Geen

ExamenmomentBeoordelingsschaal
TOTAAL1-20/20 puntenschaal

Toelichting Evaluatie voorwaarden:

1. Participatie aan de hoorcolleges, actieve deelname aan de workshop en de individuele- en groepsbesprekingen, sterke inzet bij de opvolging van jouw artistiek werk is vereist tijdens de contacturen, en dit gedurende het hele semester. De student wordt permanent opgevolgd tijdens de begeleiding. Hij/zij biedt zich volgens aan bij verantwoordelijke docent(en) om de evolutie van de projecten voor te leggen a.d.h.v. afgesproken data (uurrooster). De participatiegraad telt mee voor 20% in de eindberekening van de punten van het opleidingsonderdeel. 

2. Project inleveren op de gestelde deadline

3. Op het einde van het traject presenteert de student zijn/ haar project en toebehoren in een tentoonstelling/publieke voorstelling én een mondelinge presentatie.

Wie evalueert? 

De jury bestaat bij de eindbeoordeling uit een interne jury en een externe jury . De interne jury bestaat uit docenten betrokken bij dit opleidingsonderdeel. Het extern jurylid is een vertegenwoordiger van het betreffende werkveld, curator van het betreffende thema. Het cijfer van de interne en externe jury wordt in consensus vastgelegd en telt voor 100%. De student krijgt het verslag van de jury teruggekoppeld, en dus niet enkel het totaalcijfer.

4. Jury 100% 

Wat wordt geëvalueerd? 

Bij de beoordeling wordt uitgegaan van de eindcompetenties, gespecialiseerd niveau: 

1. Onderzoeken: 

  • De student kan zijn/haar eigen onderzoek individueel opzetten en uitvoeren. (1) 
  • De student kan de maatschappelijke en/of artistieke relevantie van zijn/haar individueel onderzoek aantonen. (2) 
  • De student kan individueel een onderzoeksvraag opstellen, deze vraag koppelen aan één of meerdere onderzoeksmethodes. (3)
  • De student kan individueel onderzoeksgegevens verzamelen en interpreteren. Hij/zij kan een conclusie formuleren. (4)
  • De student kan zijn/haar individueel onderzoek kritisch beargumenteren en presenteren op een belevingsgerichte wijze. (5)
  • Vanuit zijn/haar kennis identificeert en formuleert de student ‘nieuwe’ vragen. (6) 

2. Ontwerpen, creëren en realiseren

  • De student is in staat zijn/haar ontwerp/creatie te realiseren i.s.m. een opdrachtgever of curator – in groep of individueel. (7)
  • De student kan methodes combineren en kan werken binnen verschillende contexten. (8) 
  • De student creëert zijn/haar persoonlijke stijl. (9) 

3. Analyseren en verbanden leggen 

  • De student legt nieuwe verbanden. Hij/zij gaat op zoek naar patronen en creëert nieuwe verbanden die hij tot uiting weet te brengen in een ontwerp/ creatie. (10)
  • De student legt nieuwe verbanden en creëert nieuwe kennis. (11) 

4. Organiseren & Communiceren

  • De student communiceert in beeld, woord en geschrift over zijn of haar visie, werk en werkwijze. (12) 
  • De student kan functioneren binnen verschillende organisatiestructuren. (13) 
  • De student kan een team leiden. (14) 
  • De student kan oplossingsgericht met de knelpunten binnen een organisatie om gaan. (15) 
  • De student ontwikkelt zijn netwerk. (16) 
  • De student is zich bewust van zijn/haar organisatiedeskundigheid. (17) 
  • De student kan partners aantrekken die zijn organisatie versterken. (18) 
  • De student beheerst binnen een multidisciplinair team de basisterminologie en het denkkader van de verschillende disciplines en is in staat tot communicatie met specialisten in deze disciplines. (19) 
  • De student kan zijn/haar beelden bespreken met zijn/haar opdrachtgever of een externe van het werkveld 

5. Reflecteren

  • Vanuit verschillende kennisdomeinen kan de student reflecteren op zijn werk, creatief proces en identiteit als beeldend kunstenaar of vormgever of beeldenmaker. De student analyseert en reconstrueert zijn/haar portfolio tot een eigenzinnig afstudeerprofiel dat samenhangend is. (20)
  • De student is zich bewust van zijn/haar eigen kunnen en de eigen ambities.
 Het portfolio van de student getuigt van een streven naar vernieuwing en van een eigen visie. (21)
  • Het werk van de student reflecteert zijn of haar persoonlijke visie. (22) 

 

De beoordelingscriteria zijn te beschouwen als eindcompetenties waaraan de student moet voldoen. Een ernstige tekortkoming op één van de eindcompetenties kan tot een onvoldoende leiden. 

De jury beoordeelt niet alleen het uiteindelijke resultaat maar ook het proces of de groei en evolutie van de student. Hierbij worden de volgende criteria gehanteerd:



- Zelfstandigheid



- Zin voor initiatief 

- Motivatie en inzet doorheen het hele proces



- Respecteren van gemaakte afspraken (stiptheid, verantwoordelijkheidszin,...)



- Constructieve houding t.o.v. feedback (aanvaardde de feedback, heeft de feedback op 

een zinvolle manier verwerkt...) 

 

Evaluatie Jury

Tijdens de jury presenteert de student zijn/haar project in een tentoonstelling, performance, in boekvorm of een experimentele film of een fotografische installatie én een mondelinge presentatie voor een jury. 

De studenten schrijven ook een korte tekst over het project dat ze binnen de cursus ontwikkelen. 

De jury bestaat uit een examencommissie van docenten betrokken bij de Art of Collaboration, en een extern jurylid, bijvoorbeeld de curator van Z33.  Er is dan een schriftelijke terugkoppeling van de evaluatie aan de student. Bij de eindbeoordeling zijn de bovenstaande eindcompetenties en doelstellingen te beschouwen als evaluatiecriteria waaraan de student moet voldoen. Een ernstige tekortkoming op één van de eindcompetenties kan tot een onvoldoende leiden.

Er is geen tweede examenkans.

- Er is geen 2° examenkans mogelijk.

- Niet delibereerbaar/tolereerbaar vanaf een score van minder dan 10/20.