4FOT Master Project: Future Framing and Experimental Imaging (B-LUCA-N43685)

21 studiepuntenNederlands140 urenBeide semestersBeide semestersUitgesloten voor examencontract
Geenen Annick (coördinator) |  Geenen Annick |  Van der Heijden Teun |  Vrancken Kristof |  N.
LUCA POC GRADUATE (OC fotografie Genk)

Voor zijn/haar Master Project: Future Framing and Experimental Imaging en Masterartikel: artistic research moet de student zich verder verdiepen en specialiseren in een aantal specifieke gebieden van de beeldende kunsten. 

De student werkt aan een eigen onderzoek dat uitmondt in een werkstuk waaraan de iconografische, filosofische en technische kwaliteiten worden getoetst in twee onderdelen: 

  •  Het Master Project: Future Framing and Experimental Imaging (21 stpnt) of de artistieke realisatie waarin mens, object en ruimte centraal staan; 
  • en een Masterartikel : artistic research (9 stpnt) waarin het Master Project theoretisch wordt onderbouwd en onderzocht. 

 

Doelstellingen Master Project: Future Framing and Experimental Imaging

1.  Onderzoeken (1, 2, 3, 4, 5, 6) 

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student(e) in staat om:

  • een eigen onderzoek individueel op te zetten en uit te voeren. (1) 
  • de maatschappelijke en/of artistieke relevantie van het individueel onderzoek aan te tonen. (2) 
  • individueel een onderzoeksvraag op te stellen, doorheen het traject aan te passen of meer te verfijnen, en deze vraag te koppelen aan één of meerdere onderzoeksmethodes. (3) 
  • individueel onderzoeksgegevens verzamelen en interpreteren. Hij/zij kan een conclusie formuleren. (4) 
  • het individueel onderzoek kritisch beargumenteren en presenteren op een belevingsgerichte wijze. (5) 
  • vanuit zijn/haar kennis identificeert en formuleert de student ‘nieuwe’ vragen. (6) 


 

2.  Ontwerpen, creëren en realiseren (7,8,9)

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student(e) in staat om:

  • zijn/haar ontwerp/creatie te realiseren – in groep of individueel. Een sterke visie en concept, consistentie tussen vorm en inhoud.(7) 
  • methodes te combineren en de student kan werken binnen verschillende contexten. (8) 
  • De student creëert zijn/haar persoonlijke stijl. (9) 

 

3.  Analyseren en verbanden leggen (10,11)

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student(e) in staat om:

  • Nieuwe verbanden te leggen. De student gaat op zoek naar patronen en creëert nieuwe verbanden die hij tot uiting weet te brengen in een ontwerp/creatie. (10) 
  • Nieuwe verbanden en de student creëert nieuwe kennis. (11) 

 

4.  Organiseren & Communiceren (12,13,14,15,16,17,18,19)

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student(e) in staat om:

  • De student communiceert in beeld, woord en geschrift over zijn of haar visie, werk en werkwijze. (12) 
  • te functioneren binnen verschillende organisatiestructuren. (13) 
  • een team te leiden. (14) 
  • oplossingsgericht met de knelpunten binnen een organisatie om gaan. (15) 
  • zijn netwerk te ontwikkelen. (16) 
  • De student is zich bewust van zijn/haar organisatiedeskundigheid. (17) 
  • De student kan partners aantrekken die zijn organisatie versterken. (18) 
  • De student beheerst binnen een multidisciplinair team de basisterminologie en het denkkader van de verschillende disciplines en is in staat tot communicatie met specialisten in deze disciplines. (19)


 

 5. Reflecteren (20,21,22)

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student(e) in staat om:

  • Vanuit verschillende kennisdomeinen kan de student reflecteren op zijn werk, creatief proces en identiteit als beeldend kunstenaar of vormgever. De student analyseert en reconstrueert zijn/haar portfolio tot een eigenzinnig afstudeerprofiel dat samenhangend is. (20) 
  • De student is zich bewust van zijn/haar eigen kunnen en de eigen ambities. Het portfolio van de student getuigt van een streven naar vernieuwing en van een eigen visie. (21) 
  • Het werk van de student reflecteert zijn persoonlijke visie. (22) 

 

De student is geslaagd voor de eindcompetenties van de academische Bachelor Beeldende Kunsten Fotografie, campus C-mine Genk, 

voldoen aan de volgtijdelijkheid.

De masteropleiding is erg intensief en veeleisend. Zij stelt de student in staat om zich verder te verdiepen in het theoretische en kritische discours dat vandaag over de audiovisuele en beeldende kunsten wordt gevoerd.
Van de masterstudent wordt een grote inbreng verwacht aan kennis, vaardigheden, creativiteit, motivatie en ambitie.

Je moet voldoen aan een volgtijdelijkheidsvoorwaarde om dit opleidingsonderdeel te mogen opnemen. Volgtijdelijkheid kan STRENG of SOEPEL zijn of een GELIJKTIJDIGHEID inhouden. Ook kan een diplomaNIVEAU als voorwaarde gesteld zijn.
Verklaring:
STRENG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je geslaagd zijn voor of een tolerantie ingezet hebben voor de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt.
SOEPEL: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, gevolgd hebben.
GELIJKTIJDIG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ook de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, opnemen of al opgenomen hebben.
NIVEAU: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ten minste deze graad behaald hebben.


NIVEAU( BACHELOR )

Bovenstaande codes van opleidingsonderdelen stemmen overeen met onderstaande omschrijvingen van die opleidingsonderdelen:

Dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar in de onderstaande opleiding(en):

Onderwijsleeractiviteiten

21 sp. 4FOT Master Project: Future Framing and Experimental Imaging (B-LUCA-N62270)

21 studiepuntenNederlandsWerkvorm: Masterproef140 urenBeide semestersBeide semesters
Geenen Annick |  Van der Heijden Teun |  Vrancken Kristof |  N.
LUCA POC GRADUATE (OC fotografie Genk)

1) Beschrijving van de context 

De fotografie kent in haar geschiedenis en hedendaagse vorm een grote diversiteit. Zij bestaat als visuele weergave van feitelijke toestanden (sociaal, cultureel, landschappelijk, architecturaal, mensgericht, objectgericht), van gebeurtenissen (journalistiek en documentair), als archivaal of informatief werkstuk (wetenschappelijk e.d.), als visualisering van de persoonlijke perceptie op of benadering van de bestaande realiteit of van het waarnemen zelf, en van de emotionele gewaarwording. De masterstudent moet zich bewust zijn van de hedendaagse en historische positie van fotografie als medium én als beeldtaal en de evoluties die zich hierbinnen continu afspelen.

De masteropleiding Beeldende Kunsten, afstudeerrichting Fotografie, op campus C-Mine zet sterk in op het continue bevragen, herdenken en herontdekken van het fotografische medium. We werken met een onderzoeksgerichte en experimentele grondhouding, gekoppeld aan een sterk sociale en wetenschappelijke context, waarbij we mogelijke regeneratieve toekomstscenario’s en ethische perspectieven verbeelden. 

Door middel van future framing & experimental imaging leiden we onze studenten op tot sterke en kritische beeldmakers die op een  experimentele en hybride manier visuele verhalen kunnen creëren en het hedendaagse en toekomstige beeld in- en van de maatschappij durven te bevragen. 

We dagen dus het fotografische medium continu uit om op een vernieuwende en experimentele manieren visuele verhalen te creëren op het kruispunt van de kunsten, technologie en de creatieve industrie. Daarbij zetten we in op de laatste digitale technieken, maar exploreren tegelijkertijd ook historische analoge procedés om te onderzoeken hoe deze kunnen worden gecombineerd tot een nieuwe versie van het (foto)grafische medium door transformerend vakmanschap. 

We stellen niet alleen het medium in vraag, maar ook het ‘frame’ waarmee we de wereld vastleggen om zo een openheid, meerstemmigheid en diversiteit toe te laten. Welke ‘counterframes’ kunnen we als beeldenmaker aanbieden om het culturele blikveld te verschuiven?

Dit moet zowel in de beeldtaal en esthetiek alsook in het concept van het masterproject en in het masterartikel  duidelijk worden.

 

2) De opdrachtomschrijving 

De studenten gaan inhoudelijk, beeldend en technologisch nadenken over alternatieve, en innovatieve  manieren van ontwerpen en visualiseren voor een mogelijke toekomst. Het drijft op verbeeldingskracht (vb. documentaire fictie, fashion fiction, personal fiction…) De studenten ontwerpen in een sterk veranderende maatschappelijke context en denken na over huidige problematieken, en hoe zij daarop kunnen anticiperen als beeldenmaker om een changemaker te worden. 

De student moet een werk realiseren als zuiver artistiek werk of als reflectie op of onderzoek naar de betekenis van de hedendaagse fotografische taal. Er wordt gewerkt aan een authentieke beeldtaal en vernieuwende visuele strategieën. We stimuleren een eigenzinnige houding en experimenteerdrang in het project waarbij we belang hechten aan een onderzoekende houding.

Het te realiseren project of artistiek werk wordt breed opgevat en kan eveneens installatiekunst, interactieve kunst, performance, design, bewegend beeld of film, fotografie, multimedia, en/ of mode inhouden. In beide gevallen streeft de student in het werk naar het sublieme karakter dat eigen is aan de kunst. De student gaat uit van een thematiek, waarbinnen hij/zij een persoonlijke (probleem)stelling voorstelt, een eigen invalshoek kiest en een persoonlijke uitwerking en presentatie levert. De analyse van het thema en de context ervan, de keuze en ontwikkeling van een onderzoeksmethodiek, de werkwijze en planning, de uitwerking van de synthese, het beeldverhaal, de presentatie van het onderzoeks- en ontwikkelingsproces en van de resultaten zijn op een adequate wijze afgestemd op het onderzochte thema en het gehanteerde medium. De student moet naast het finale eindresultaat dat voorgelegd wordt aan een jury een bijbehorend dossier tonen waarin de onderzoeksmethodiek, de reflectie, de werkwijze, het ontwikkelingsproces van het onderzoek getoond worden.


Het masterproject: Future Framing and Experimental Imaging kent een specifieke aanvangsprocedure. De voorbereidingsprocedure om de masterproef aan te vangen verloopt in 4 fasen: 

  • Fase 1: Tijdens het 2e semester van het 3e bachelorjaar of bij inschrijving in het masterjaar krijgt de student de procedure overhandigd. 
  • Fase 2: Groepsbespreking september nav. de In Residency : Projectpitch presentatie mbt. het Masterproject

De student formuleert bij de start van het betreffende masterjaar een projectvoorstel (eerste onderzoeksvraag) onderbouwd door een eerste verkennend onderzoek (relevante situatieanalyse van betreffende problematiek, marktonderzoek, literatuurverkenning). Het gekozen thema/onderwerp sluit bij voorkeur aan bij één van de onderzoeksdomeinen waarrond binnen de afstudeerrichting expertise bestaat of wordt ontwikkeld. De student doet eveneens een voorstel betreffende een mogelijke werkwijze en eventueel te volgen keuzeactiviteiten, hetzij intern, hetzij extern. 

   (De begeleiders van het Masterproject zullen de ingediende propositie goedkeuren of afwijzen of adviseren voor wijziging/aanpassing) 

  • Fase 3: Traject midden oktober tot en met mei:

- Vanaf oktober starten enerzijds de individuele besprekingen m.b.t. het Masterproject i.s.m. de hoofdpromotoren.

- Anderzijds vinden de Groepsbesprekingen (1e en 2e semester) plaats vanaf september tem. mei: De masterstudent legt een onderzoeks- en ontwikkelingstraject af. De onderzoeksmethode omvat zowel de implementatie van academisch (wetenschappelijke analyses als de methodisch creatieve synthese en vooral eigen artistiek vormgevingsonderzoek in het gedefinieerde domein. Eventueel kan een stage in het werkveld (onderneming of instelling) deel uitmaken van het onderzoek of de uitwerkingsfase voor zover het relevant is voor het project. 

- Tussentijdse evaluatie (indicatief): eind februari of begin maart

Tijdens de permanente begeleiding wordt na een vergelijkende vormstudie gezocht naar de optimale visualisering in functie van de gekozen problematiek, benadering en werkveld. In de loop van de werkzaamheden worden de verschillende voorstellingswijzen voor de tentoonstelling en jurypresentatie overwogen in functie van het werkstuk of Masterproject. De student wordt beoordeeld o.a. op zijn autonomie en professionele inzicht, zie doelstellingen en eindcompetenties.

De artistiek creatieve component omvat niet enkel het eindresultaat (beeldenreeks tentoonstelling klaar, eventueel ook in boekvorm, en/of video installatie(s) en/of audiowerk (, maar wordt eveneens gedocumenteerd met alle noodzakelijke dossier-elementen, die eigen zijn aan en gebruikelijk in het betreffende domein (vb. productiedossier, pre-of post-productiedossier, testopnamen, logboek, ...).

  • Fase 4: Op het einde van het traject - juni - presenteert de masterstudent zijn/ haar Masterproject en toebehoren in een tentoonstelling/publieke voorstelling én een mondelinge presentatie voor een interne én een externe jury.

 

- Alle informatie m.b.t. het Masterproject: Future Framing and Experimental Imaging wordt ter beschikking gesteld op Toledo.

- Eigen nota's van de student.

Nederlands

en eventueel ook Engels i.s.m. internationale kunstenaars, curator, enz.

De contacturen gaan volledig naar de begeleiding van het Masterproject: Future Framing and Experimental Imaging.

Actieve en kritische participatie tijdens de colleges en groepsbesprekingen wordt verwacht en gestimuleerd.

Groepsbesprekingen met het begeleidingsteam:  6 dagen, waarvan 3 dagen zich situeren in het 1e semester en de andere 3 dagen zich situeren in het 2e semester.

Individuele besprekingen met de hoofdpromotor: min. 2x 60 min. per student / maand (midden oktober tem. eind mei)

De werkzaamheden worden enerzijds opgevolgd door een begeleidingsteam van de masterprojecten en anderzijds wordt er gewerkt met een promotorstelsel waarbij de nadruk meer ligt op het coachen van de student. 

De masterstudent wordt permanent opgevolgd tijdens de begeleiding enerzijds. Daarnaast biedt de masterstudent zich minstens om de twee weken (min. 60 min.) aan bij zijn/haar promotor voor een individuele feedbackbespreking om de evolutie van het masterproject voor te leggen.

Vanwege de intense focus op onderzoek en output is participatie aan de groepsbesprekingen en de individuele besprekingen zeer belangrijk !

De student verzendt bestanden, opdrachten via Toledo. Dit bevat ook de procesfolio's, de zaaltekst enz. over de voortgang mbt. het proces van het werk. 

Coachingsessies worden fysiek (of digitaal) georganiseerd.

 

Evaluatieactiviteiten

4FOT Master Project: Future Framing and Experimental Imaging (B-LUCA-N83685)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Ontwerp/Product, Verslag, Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio, Procesevaluatie
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Naslagwerk

ExamenmomentBeoordelingsschaal
TOTAAL1-20/20 puntenschaal

Evaluatievoorwaarden:

1. Participatie en actieve deelname aan de  individuele- en groepsbesprekingen, sterke inzet bij de opvolging van jouw artistiek werk is vereist tijdens de contacturen, en dit gedurende het hele semester. De student wordt permanent opgevolgd tijdens de begeleiding enerzijds. Hij/zij biedt zich minstens om de twee weken (60 min.) aan zijn of haar hoofdpromotor voor een individuele feedbackbespreking om de evolutie van het masterproject voor te leggen. Daarnaast worden er ook 6x keer (jaar) feedback besprekingen van de masterprojecten in groep georganiseerd voor alle masterstudenten. De participatiegraad telt mee voor 20% in de eindberekening van de punten van het opleidingsonderdeel. 

2. Masterproject: Future Framing and Experimental Imaging inleveren op de gestelde deadline.

3. Eind februari/begin maart wordt een tussentijdse evaluatie gehouden van de voorlopige vorderingen en resultaten. De tussentijdse evaluatie wordt door een interne jury van de docenten van de masteropleiding gedaan. Er wordt ook een extern jurylid uitgenodigd bij de tussentijdse evaluatie. Er is een schriftelijke terugkoppeling van de bevindingen aan de student. Aandeel 1e procesevaluatie: 20% van het totaal.

4. Begin mei wordt een 2e tussentijdse procesevaluatie gehouden van de voorlopige vorderingen en resultaten. De tussentijdse evaluatie wordt door een interne jury van de docenten van de masteropleiding gedaan. Er is een schriftelijke terugkoppeling van de bevindingen aan de student. Aandeel 2e procesevaluatie: 20% van het totaal.

4. Op het einde van het traject -  midden juni  - presenteert de masterstudent zijn/ haar/ hun Masterproject en toebehoren in een tentoonstelling/publieke voorstelling én een mondelinge presentatie voor een interne én een externe jury. Het cijfer voor het Masterproject Fotografie en Visual design wordt voor 60% bepaald door de interne jury (1e en 2e procesevaluatie en eindresultaat 20%) en voor 40% door de externe jury waarbij het cijfer van de interne en externe jury in consensus wordt vastgelegd en voor 100% telt. De student krijgt het verslag van de jury mondeling teruggekoppeld, en dus niet enkel het totaalcijfer.

Wie evalueert? 

De jury bestaat bij de eindbeoordeling uit een interne jury (60%) en een externe jury (juni 40%). De interne jury bestaat uit docenten betrokken bij de masteropleiding en de interne promotoren/lectoren. De externe jury is een (multidisciplinaire) vakjury met vertegenwoordigers van het betreffende werkveld, kunstenaarsontwerpers en vertegenwoordigers van maatschappelijke geledingen/sectoren, relevant voor de betreffende thema’s. Een deel van de externe juryleden zal ook/enkel een beoordeling geven van het discursieve deel.

Wat wordt geëvalueerd? 

Bij de beoordeling wordt uitgegaan van de mastercompetenties: 

1.  Onderzoeken 

•  De student kan zijn/haar eigen onderzoek individueel opzetten en uitvoeren. (1) 

·    De student kan de maatschappelijke en/of artistieke relevantie van zijn/haar individueel

onderzoek aantonen. (2) 

•  De student kan individueel een onderzoeksvraag opstellen, deze vraag koppelen aan één of

meerdere onderzoeksmethodes. (3) 

•  De student kan individueel onderzoeksgegevens verzamelen en interpreteren. Hij/zij kan

een conclusie formuleren. (4) 

•  De student kan zijn/haar individueel onderzoek kritisch beargumenteren en presenteren op

een belevingsgerichte wijze. (5) 

•  Vanuit zijn/haar kennis identificeert en formuleert de student ‘nieuwe’ vragen. (6) 


2.  Ontwerpen, creëren en realiseren 

• De student is in staat zijn/haar ontwerp/creatie te realiseren – in groep of individueel. Een 

sterke visie en concept, consistentie tussen vorm en inhoud.(7) 

• De student kan methodes combineren en kan werken binnen verschillende contexten. (8) 

• De student creëert zijn/haar persoonlijke stijl. (9)

3.  Analyseren en verbanden leggen

•  De student legt nieuwe verbanden. Hij/zij gaat op zoek naar patronen en creëert nieuwe

verbanden die hij tot uiting weet te brengen in een ontwerp/creatie. (10) 

•  De student legt nieuwe verbanden en creëert nieuwe kennis. (11) 

4.  Organiseren & Communiceren 

•  De student communiceert in beeld, woord en geschrift over zijn of haar visie, werk en

werkwijze. (12) 

•  De student kan functioneren binnen verschillende organisatiestructuren. (13) 

•  De student kan een team leiden. (14) 

•  De student kan oplossingsgericht met de knelpunten binnen een organisatie om gaan. (15) 

•  De student ontwikkelt zijn netwerk. (16) 

•  De student is zich bewust van zijn/haar organisatiedeskundigheid. (17) 

•  De student kan partners aantrekken die zijn organisatie versterken. (18) 

• De student beheerst binnen een multidisciplinair team de basisterminologie en het

denkkader van de verschillende disciplines en is in staat tot communicatie met specialisten in

deze disciplines. (19)


 5. Reflecteren 

• Vanuit verschillende kennisdomeinen kan de student reflecteren op zijn werk,                       

creatief proces en identiteit als beeldend kunstenaar of vormgever. De student  

analyseert en reconstrueert zijn/haar portfolio tot een eigenzinnig afstudeerprofiel dat samenhangend is. (20) 

• De student is zich bewust van zijn/haar eigen kunnen en de eigen ambities. Het portfolio van de student getuigt van een streven naar vernieuwing en van een eigen visie. (21) 

• Het werk van de student reflecteert zijn persoonlijke visie. (22) 

 

De beoordelingscriteria zijn te beschouwen als eindcompetenties waaraan de student moet voldoen. Een ernstige tekortkoming op één van de eindcompetenties kan tot een onvoldoende leiden. 

De interne jury beoordeelt niet alleen het uiteindelijke resultaat maar ook het proces of de groei en evolutie van de student. Hierbij worden de extra criteria gehanteerd:



- Zelfstandigheid



- Zin voor initiatief 

- Motivatie en inzet doorheen het hele proces



- Respecteren van gemaakte afspraken (stiptheid, verantwoordelijkheidszin,...)



- Constructieve houding t.o.v. feedback (aanvaardde de feedback, heeft de feedback op 

een zinvolle manier verwerkt...) 

 

Aandelen:

Proces evaluatie maart + mei: 40%

Eindjury juni mbt. het Masterproject: eindwerk, ontwerp/product, presentatie en de mondelinge toelichting: 60%

 

Wanneer wordt geëvalueerd? 

De student wordt permanent opgevolgd tijdens het proces en de begeleiding enerzijds. Hij/zij/hun biedt zich minstens om de twee weken (min. 60 min.) aan bij zijn of haar hoofdpromotor voor een individuele feedback bespreking om de evolutie van het masterproject voor te leggen. Daarnaast worden er ook 6x feedback besprekingen van de masterprojecten in groep georganiseerd voor alle masterstudenten op jaarbasis. Deelname aan de feedback besprekingen is verplicht! 

Tijdens de 1e procesevaluatie in februari/begin maart wordt een tussentijdse evaluatie gehouden van de voorlopige vorderingen en resultaten. De tussentijdse evaluatie wordt door een interne jury van de docenten van de masteropleiding gedaan. Er wordt ook een extern jurylid uitgenodigd bij de tussentijdse evaluatie. Er is een schriftelijke terugkoppeling van de bevindingen aan de student, door zijn of haar hoofdpromotor. 

Tijdens de 2e procesevaluatie begin mei wordt een tussentijdse evaluatie gehouden van de voorlopige vorderingen en resultaten. De tussentijdse evaluatie wordt door een interne jury van de docenten van de masteropleiding gedaan.  Er is een schriftelijke terugkoppeling van de bevindingen aan de student, door zijn of haar hoofdpromotor. 

Op het einde van het traject - juni  - presenteert de masterstudent zijn/ haar / hun Masterproject en toebehoren in een tentoonstelling/publieke voorstelling én een mondelinge presentatie voor een interne én een externe jury. Het cijfer voor het Masterproject Fotografie en Visual design wordt voor 60% bepaald door de interne jury (proces en eindresultaat) en voor 40% door de externe jury waarbij het cijfer van de interne en externe jury in consensus wordt vastgelegd en voor 100% telt. De student krijgt het verslag van de jury teruggekoppeld, en dus niet enkel het totaalcijfer. 

De interne jury bestaat uit docenten betrokken bij de masteropleiding en de interne promotoren/lectoren. De externe jury is een (multidisciplinaire) vakjury met vertegenwoordigers van het betreffende werkveld, kunstenaarsontwerpers en vertegenwoordigers van maatschappelijke geledingen/sectoren, relevant voor de betreffende thema’s. 

         

Deelname aan de jury, tijdens de tussentijdse proces evaluaties en de eindevaluatie, is voor elke student verplicht.  De student presenteert het eindwerk, ontwerp/product, de presentatie en een mondelinge toelichting voor een interne jury met alle betrokken docenten. De eindevaluatie in juni telt mee voor 60% van het totaal.  Indien de student niet geslaagd is voor de eindevaluatie in juni  is er een 2° examenkans mogelijk, enkel voor dit deel (niet voor het proces gedurende het traject).  Voor de herkansing van dit deel presenteert de student het Masterproject of eindwerk, ontwerp/product,  presentatie  opnieuw alsook de mondelinge toelichting voor de betrokken docenten van dit opleidingsonderdeel en een externe jury.

Voorwaarden toelichting bij herkansen: 

  • De student is tijdens de presentatie van het Masterproject of eindwerk, tijdens de evaluatie van de interne jury en externe jury,  verplicht om zijn aanwezigheid en zijn/haar deelname mbt. dit deel voor de jury te ondertekenen. Indien dit niet gebeurt is er geen herkansing mogelijk op een later moment! 
  • Voor een herkansing van het Masterproject, eindwerk, ontwerp/product, presentatie  is er geen proces opvolging meer mogelijk met de betrokken docenten/ hoofdpromotor(en). 
  • Tijdens de evaluatie mbt. de herkansing of 2e examenkans voor het Masterproject, eindwerk of ontwerp/product , presentatie met een mondelinge toelichting wordt het deel mbt. de procesevaluatie (40%) mee in rekening gebracht samen met  het deel dat wel herkansbaar is (60%).