1MA Praktische harmonie (B-LUCA-L41152)

Doelstellingen
1. Voor de major houtblazers, koperblazers, oude muziek, percussie, saxofoon, strijkers, zang en kamermuziek gelden volgende doelstellingen:
- Aan het einde van dit opleidingsonderdeel ben je in staat om de correcte latente harmonie onder een melodie of thema te ontdekken en deze sopraanlijn aan te vullen met een stilistisch passende tweede stem.
- Je kan melodieën met letterakkoorden decoderen en deze door een repliek gespeelde (of gezongen) melodieën zodoende creatief begeleiden op een piano.
- Je kan ook boven een gegeven baslijn of een harmonisch schema improviseren of op basis van een gegeven motief verder improviseren.
2. Voor de major accordeon, beiaard, compositie, directie, gitaar, harp, klavecimbel en piano gelden volgende doelstellingen: Je kiest uit onderstaande lijst 3 onderdelen waarin je je vervolmaakt:
- transponeren, bij voorbeeld van bestaande (zang)begeleidingen,
- koraalmelodieën harmoniseren in Bach-stijl,
- basso continuopartijen uitvoeren,
- reduceren van klassieke orkestpartituren (Haydn, Mozart, Beethoven)
- reduceren van koor-, hafabra- of andere complexere partituren (begeleidingen),
- orkestpartituren exact weergeven op de piano,
- modale liederen improvisatorisch begeleiden,
- variaties maken op een lied of thema,
- transcripties (arrangementen voor het eigen instrument of de piano) realiseren,
- realisatie van partimenti,
- improviseren van eenvoudige klassieke vormen zoals menuet, inventie, sonatine, ed.,
- jazz-standards uitvoeren met intro, improvisatie, reharmonisatie, enz.,
- vrij improviseren in de stijl van een componist of hedendaags,
- a prima vista spelen.
3. Voor de major orgel gelden volgende doelstellingen:
- Je kan kerk- en volkliederen voorzien van een stilistisch passende begeleiding.
- Je bent in staat Gregoriaans met een begeleiding te ondersteunen.
- Je kan een voorspel en tussenspelen alsook variaties, 2de versies en andere zettingen improviseren.
4. Voor de major muziekpedagogie gelden volgende doelstellingen:
- een melodie of thema harmoniseren;
- verschillende begeleidingsvormen spelen bij een lied;
- functionele harmonie, modaliteit, alternaties en modulaties aan het klavier toepassen;
- bewerken en transponeren, bij voorbeeld van bestaande (zang)begeleidingen;
- onderzoekend en creatief omgaan met verschillende muzikale parameters aan het klavier;
- liederen in verschillende genres en stijlen kunnen voorzien van een passende begeleiding;
- vanuit een leadsheet een begeleiding voor een lied, popnummer of jazz standard bedenken en spelen;
- vanuit een leadsheet of akkoordprogressie kunnen improviseren.
5. Voor de major Jazz gelden de volgende doelstellingen:
- een melodie of jazz-standard harmoniseren;
- verschillende begeleidingsvormen spelen bij een lied;
- functionele harmonie, modaliteit, alternaties en modulaties aan het klavier toepassen;
- jazz-standards bewerken en transponeren;
- onderzoekend en creatief omgaan met verschillende muzikale parameters aan het klavier in functie van de vakken arrangement en compositie;
- liederen in verschillende genres en stijlen voorzien van een passende begeleiding;
- vanuit een leadsheet een begeleiding voor een lied, popnummer of jazz standard bedenken en spelen;
- vanuit een leadsheet of akkoordprogressie improviseren.
Begintermen
Dit opleidingsonderdeel is toegankelijk voor studenten uit de afstudeerrichtingen (met bijhorende specialisaties) Muziek, die de Bachelor in de muziek behaalden.
Plaats in het onderwijsaanbod
- Master in de muziek (Leuven) (Afstudeerrichting Compositie) 120 sp.
- Master in de muziek (Leuven) (Afstudeerrichting Instrument/Zang) 120 sp.
- Master in de muziek (Leuven) (Afstudeerrichting Jazz) 120 sp.
- Master in de muziek (Leuven) (Afstudeerrichting Master I/Z: Major Kamermuziek) 120 sp.
- Master in de muziek (Leuven) (Hafabra) 120 sp.
- Master in de muziek (Leuven) (Koor) 120 sp.
- Master in de muziek (Leuven) (Symfonisch orkest) 120 sp.
- Educatieve master in de muziek en podiumkunsten (Leuven) (Afstudeerrichting Muziek Traject Compositie) 120 sp.
- Educatieve master in de muziek en podiumkunsten (Leuven) (Afstudeerrichting Muziek Traject Directie) 120 sp.
- Educatieve master in de muziek en podiumkunsten (Leuven) (Afstudeerrichting Muziek Traject Instrument/Zang) 120 sp.
- Educatieve master in de muziek en podiumkunsten (Leuven) (Afstudeerrichting Muziek Traject Jazz) 120 sp.
- Educatieve master in de muziek en podiumkunsten (Leuven) (Afstudeerrichting Muziek Traject Muziekpedagogie) 120 sp.
- Master in Music (Leuven) (Main Subject MA Music Composition) 120 sp.
- Master in Music (Leuven) (Main Subject MA Music Conducting) 120 sp.
- Master in Music (Leuven) (Main Subject MA Music Instrumental/Vocal Studies: CHAMBER MUSIC) 120 sp.
- Master in Music (Leuven) (Main Subject MA Music Instrumental/Vocal Studies) 120 sp.
- Master in Music (Leuven) (Main Subject MA Music: JAZZ) 120 sp.
- Master in de muziek: compositie, directie I/Z, jazz (Leuven) (Afstudeerrichting Compositie) 120 sp.
- Master in de muziek: compositie, directie I/Z, jazz (Leuven) (Afstudeerrichting Directie) 120 sp.
- Master in de muziek: compositie, directie I/Z, jazz (Leuven) (Afstudeerrichting Instrument/Zang: Kamermuziek) 120 sp.
- Master in de muziek: compositie, directie I/Z, jazz (Leuven) (Afstudeerrichting Instrument/Zang) 120 sp.
- Master in de muziek: compositie, directie I/Z, jazz (Leuven) (Afstudeerrichting Jazz) 120 sp.
Onderwijsleeractiviteiten
6 sp. 1MA Praktische harmonie (B-LUCA-L52792)




Inhoud
1. Voor de major houtblazers, koperblazers, oude muziek, percussie, saxofoon, strijkers en kamermuziek:
- Op een sytematische en aantrekkelijke wijze ontdek je de basisprincipes van de tonaal-functionele harmonie en leert deze zelf ook toepassen aan de hand van zorgvuldig uitgekozen oefenmateriaal. Niet alleen drieklanken in grondligging, maar ook sextakkoorden, het cadentiëel kwartsextakkoord, het dominantseptimeakkoord , het realiseren van sequenzen en eenvoudige modulaties (kwint rechts/links en naar de betrekkelijke toonaard) komen daarbij aan bod.
- Het oefenmateriaal leidt echter ook onmiddelijk tot vergelijking en toepassing van het aangeleerde in lichtere muziek (pop, dansvormen, blues, jazz, enz.) en in eerder modaal-harmonische muziek (volks-, kerklied, enz.).
- Zo mogelijk is er elke les aandacht voor trainingspatronen, transpositie, auditieve en visuele analyse, becijferingssystemen, begeleidingsvormen en improvisatie.
Indien je echter vroeger al een vorm van praktische harmonie hebt gevolgd, kan in overleg met de docent een vervolgtraject afgesproken worden.
2. Voor de major accordeon, beiaard, gitaar, harp, klavecimbel, piano en zang:
- Je werkt eerst de Basiscursus Praktische Harmonie af. Daarbij komen sequensen met septimeakkoorden, chromatiek, alteraties en versieringen uitgebreid aan bod.
- Daarna verdiep je jezelf in de 3 gekozen onderdelen (zie doelstellingen) en tilt ze op tot creatief boeiende performances met een eigen stijl.
- Misschien heb je een voorstel van een nieuw onderdeel wat zeker bespreekbaar is met je docent.
3. Voor de major orgel geldt de volgende inhoudsomschrijving:
- Je werkt eerst de Basiscursus Praktische Harmonie af. Daarbij komen sequensen met septimeakkoorden, chromatiek, alteraties en versieringen uitgebreid aan bod.
- Daarna vervolmaak je jezelf in het realiseren van begeleidingen bij zowel kerk- als volksliederen.
- Je ondersteunt Gregoriaans met een passende begeleiding.
- Je improviseert een functioneel voorspel, tussenspelen en variaties, 2de versies en andere zettingen.
4. Voor de major compositie en directie:
- Je verdiept jezelf in de 3 gekozen onderdelen (zie doelstellingen) en tilt ze op tot creatief boeiende performances met een eigen stijl. Misschien heb je een voorstel van een nieuw onderdeel wat zeker bespreekbaar is met je docent.
5. Voor de major muziekpedagogie geldt de volgende inhoudsomschrijving:
De student legt een portfolio aan van minstens 10 werken. Hij kiest die zelf en legt ze ter goedkeuring (qua geschiktheid naar niveau en inhoud) voor aan de docent.
Daarbij komen volgende onderwerpen aan bod:
• zelf harmoniseren van melodieën;
• begeleidingen bewerken en transponeren;
• creatief omgaan met verschillende muzikale parameters;
• toepassen van uiteenlopende begeleidingspatronen;
• theoretische (harmonische) concepten op het klavier toepassen;
• vanuit leadsheets een passende begeleiding van een lied, popnummer of jazz standard bedenken en spelen;
• een akkoordische en/of melodische improvisatie spelen vanuit een leadsheet of akkoordprogressie.
6. Voor de major jazz geldt de volgende inhoudsomschrijving:
De student legt een portfolio aan van minstens 10 werken. Hij kiest die zelf en legt ze ter goedkeuring (qua geschiktheid naar niveau en inhoud) voor aan de docent.
Daarbij komen volgende onderwerpen aan bod:
· Eigen composities, arrangementen, pianobegeleidingen in het jazz-genre;
· Akkoordprogressies reharmoniseren en transponeren;
· creatief omgaan met verschillende muzikale parameters;
· toepassen van uiteenlopende begeleidingspatronen;
· theoretische (harmonische) concepten op het klavier toepassen;
· vanuit leadsheets een passende begeleiding van een lied, popnummer of jazz standard bedenken en spelen;
· een akkoordische en/of melodische improvisatie spelen vanuit een leadsheet of akkoordprogressie.
Studiemateriaal
- Basiscursus Praktische Harmonie. Deel I + II.
- Morris, R. O.: Figured harmony at the keyboard. Part I + II.
- Basso Continuo partituren.
- Morris / Ferguson: Preparatory exercices in score reading.
- Taylor: An Introduction to Score Playing.
- Creuzburg: Partiturspiel in vier Bänden.
- Orkest- hafabra- en koorpartituren
- Boyd, B.: Exploring Jazz scales for keyboard.
- Haerle, D.: Jazz Improvisation for Keyboard Players. Basic Concepts. Book One.
- Linden, R. v.d.: Praktische harmonie en akkoordenleer van de Jazz en aanverwante muziekvormen voor piano.
- Richards, T: Exploring Jazz-piano I en II.
- The Real Book of Jazz Standards en andere Jazz partituren.
- Fenaroli: The rules of Partimenti.
- Sanguinetti, G: The art of Partimenti. Vertaling en samenvatting door Marc Deckers.
- Herrmann, K.: Vom Blatt. Primavista-Lehrgang für Klavierspieler + 4 Spielhefte. Vertaling en samenvatting door Marc Deckers.
- En voor de studenten orgel: Bundels met kerkliederen (o.a. Zingt Jubilate), volkliederen (o.a. Lied om lied) en Gregoriaans Gradule, Liber Usualis, ea.
- Voor studenten muziekpedagogie: eigen bladmuziek, eventueel aangevuld met materiaal van de docent.
Toelichting werkvorm
1. Voor de major houtblazers, koperblazers, oude muziek, saxofoon, strijkers en kamermuziek:
- Tijdens de wekelijkse les worden nieuwe items aangebracht en aan de hand van zorgvuldig uitgekozen oefenmateriaal ingeoefend.
- Verder spelen de studenten de gegeven opdrachten en worden deze besproken door de docent, maar ook door de medestudenten.
- De docent stimuleert “peer coaching” zowel tijdens de les als tijdens de dagelijkse trainingsmomenten van de studenten.
- Hij waakt evenwel voor alles over een positief leerklimaat vol musiceervreugde.
- De docent daagt de studenten uit tot steeds creatievere realisaties en muzikalere performances zowel bij solospel als in samenspelvorm.
2. Voor de major accordeon, beiaard, gitaar, harp, klavecimbel, piano:
- De coaching door je docent is individueler want toegespitst op de 3 onderdelen die jij gekozen hebt.
3. Voor de major orgel, compositie en directie:
- Individuele coaching door je docent.
4. Voor de major muziekpedagogie:
Tijdens de wekelijkse les worden de realisaties van de gegeven opdrachten gespeeld en besproken.
Tijdens de lessen wordt een actieve bijdrage verwacht van de studenten. Van de studenten wordt verwacht dat ze zich voor elke les
voorbereiden door de opdrachten uit te werken en te leren spelen.
5. Voor de major jazz:
Tijdens de wekelijkse les worden de realisaties van de gegeven opdrachten gespeeld en besproken.
Tijdens de lessen wordt een actieve bijdrage verwacht van de studenten. Van de studenten wordt verwacht dat ze zich voor elke les voorbereiden door de opdrachten uit te werken en te leren spelen.
Evaluatieactiviteiten
1MA Praktische harmonie (B-LUCA-L81152)
Toelichting
Examenmoment | Beoordelingsschaal |
---|---|
TOTAAL | 1-20/20 puntenschaal |
1. Voor de major houtblazers, koperblazers, oude muziek, percussie, saxofoon, strijkers, zang en kamermuziek:
In geval van instapniveau 0:
Voor het deelexamen in januari geldt:
- Niveau van het deelexamen: basiscursus praktische harmonie tot en met item 6.
- Voor het deelexamen (10 minuten per student) krijg je 3 opdrachten als zichtlezing (van het type c, e en f uit de basiscursus). In een aparte studio met piano kan je gedurende 45 minuten deze opdrachten voorbereiden.
- Op het deelexamen kiest de jury ook 3 nummers uit een gedurende het jaar opgebouwde repertoirelijst. Deze repertoirelijst bevat minimum 30 nummers die in overleg met de docent gekozen werden.
Voor het examen geldt:
- Niveau van het examen: basiscursus tot en met item 12.
- Voor het examen (10 minuten per student) krijg je 3 opdrachten als zichtlezing (van het type c, e en f uit de basiscursus). In een aparte studio met piano kan je gedurende 45 minuten deze opdrachten voorbereiden.
- Op het examen kiest de jury ook 3 nummers uit een gedurende het jaar opgebouwde repertoirelijst. Deze repertoirelijst bevat minimum 30 nummers die in overleg met de docent gekozen werden.
Het examenresultaat is een gewogen gemiddelde dat als volgt wordt bepaald: het deelexamen in de eerste examenperiode wordt voor 20% meegerekend (beoordeeld door een jury waarvan 75% zichtlezing en 25% repertoire), en het examen in de tweede examenperiode wordt voor 80% meegerekend (beoordeeld door een jury waarvan 75% zichtlezing en 25% repertoire).
In geval van instapniveau 1:
Voor het deelexamen in januari geldt:
- Niveau van het deelexamen: basiscursus praktische harmonie tot en met item 19.
- Voor het deelexamen (10 minuten per student) krijg je 3 opdrachten als zichtlezing (van het type c, e en f uit de basiscursus). In een aparte studio met piano kan je gedurende 45 minuten deze opdrachten voorbereiden.
- Op het deelexamen kiest de jury ook 3 nummers uit een gedurende het jaar opgebouwde repertoirelijst. Deze repertoirelijst bevat minimum 30 nummers die in overleg met de docent gekozen werden.
Voor het examen geldt:
- Niveau van het examen: basiscursus tot en met item 26.
- Voor het examen (10 minuten per student) krijg je 3 opdrachten als zichtlezing (van het type c, e en f uit de basiscursus). In een aparte studio met piano kan je gedurende 45 minuten deze opdrachten voorbereiden.
- Op het examen kiest de jury ook 3 nummers uit een gedurende het jaar opgebouwde repertoirelijst. Deze repertoirelijst bevat minimum 30 nummers die in overleg met de docent gekozen werden.
Het examenresultaat is een gewogen gemiddelde dat als volgt wordt bepaald: het deelexamen in de eerste examenperiode wordt voor 20% meegerekend (beoordeeld door een jury waarvan 75% zichtlezing en 25% repertoire), en het examen in de tweede examenperiode wordt voor 80% meegerekend (beoordeeld door een jury waarvan 75% zichtlezing en 25% repertoire).
In geval van instapniveau 2:
Voor het deelexamen in januari geldt:
- Niveau van het deelexamen: basiscursus praktische harmonie tot en met item 29.
- Voor het deelexamen (15 minuten per student) krijg je 3 opdrachten als zichtlezing: een oefening van het type e, f en g. In een aparte studio met piano kan je gedurende 45 minuten deze opdrachten voorbereiden.
- Op het deelexamen kiest de jury ook 3 nummers uit een gedurende het jaar opgebouwde repertoirelijst. Deze repertoirelijst bevat minimum 30 nummers uit de basiscursus vanaf Item 27 die in overleg met de docent gekozen werden.
Voor het examen geldt:
- Niveau van het examen: specialisatie in 3 gekozen onderdelen (keuzelijst: zie doelstellingen).
- Voor het examen (20 minuten per student) krijg je 3 opdrachten betreffende de specifiek gekozen onderdelen als zichtlezing. In een aparte studio met piano kan je gedurende 45 minuten deze opdrachten voorbereiden.
- Op het examen kiest de jury ook 3 nummers uit een gedurende het tweede semester opgebouwde repertoirelijst. Deze repertoirelijst bevat van elk van de 3 zelf gekozen specifieke onderdelen waarvan in de doelstellingen sprake is 4 nummers.
- Je presenteert deze repertoirelijst en de uitgewerkte nummers van de specifieke onderdelen in een verzorgde portfolio .Op het examen bezorg je 2 exemplaren van dit portfolio aan de jury.
Het examenresultaat is een gewogen gemiddelde dat als volgt wordt bepaald: het deelexamen in de eerste examenperiode wordt voor 20% meegerekend (beoordeeld door een jury waarvan 75% zichtlezing en 25% repertoire), en het examen in de tweede examenperiode wordt voor 80% meegerekend (beoordeeld door een jury waarvan 50% zichtlezing en 50% repertoire).
---
2. Voor de major accordeon, beiaard, gitaar, harp, klavecimbel, piano:
Voor het deelexamen in januari geldt:
- Niveau van het deelexamen: basiscursus praktische harmonie tot en met item 29.
- Voor het deelexamen (15 minuten per student) krijg je 3 opdrachten als zichtlezing: een oefening van het type e, f en g. In een aparte studio met piano kan je gedurende 45 minuten deze opdrachten voorbereiden.
- Op het deelexamen kiest de jury ook 3 nummers uit een gedurende het jaar opgebouwde repertoirelijst. Deze repertoirelijst bevat minimum 30 nummers uit de basiscursus vanaf Item 27 die in overleg met de docent gekozen werden.
Voor het examen geldt:
- Niveau van het examen: specialisatie in 3 gekozen onderdelen (keuzelijst: zie doelstellingen).
- Voor het examen (20 minuten per student) krijg je 3 opdrachten betreffende de specifiek gekozen onderdelen als zichtlezing. In een aparte studio met piano kan je gedurende 45 minuten deze opdrachten voorbereiden.
- Op het examen kiest de jury ook 3 nummers uit een gedurende het tweede semester opgebouwde repertoirelijst. Deze repertoirelijst bevat van elk van de 3 zelf gekozen specifieke onderdelen waarvan in de doelstellingen sprake is 4 nummers.
- Je presenteert deze repertoirelijst en de uitgewerkte nummers van de specifieke onderdelen in een verzorgde portfolio .Op het examen bezorg je 2 exemplaren van dit portfolio aan de jury.
Het examenresultaat is een gewogen gemiddelde dat als volgt wordt bepaald: het deelexamen in de eerste examenperiode wordt voor 20% meegerekend (beoordeeld door een jury waarvan 75% zichtlezing en 25% repertoire), en het examen in de tweede examenperiode wordt voor 80% meegerekend (beoordeeld door een jury waarvan 50% zichtlezing en 50% repertoire).
---
3. Voor de major orgel:
Voor het deelexamen in januari geldt:
- Niveau van het deelexamen: basiscursus praktische harmonie tot en met item 29.
- Voor het deelexamen (15 minuten per student) krijg je 3 opdrachten als zichtlezing: een oefening van het type e, f en g. In een aparte studio met piano kan je gedurende 45 minuten deze opdrachten voorbereiden.
- Op het deelexamen kiest de jury ook 3 nummers uit een gedurende het jaar opgebouwde repertoirelijst. Deze repertoirelijst bevat minimum 30 nummers uit de basiscursus vanaf item 27 die in overleg met de docent gekozen werden.
Voor het examen geldt:
- Voor het examen (20 minuten per student) krijgt de student als zichtlezingsoefening een kerk- en een volkslied dat hij voorziet van een passende begeleiding en een voorspel en ook een improvisatie. In een aparte studio met orgel kan hij gedurende 45 minuten deze opdrachten voorbereiden.
- Op het examen kiest de jury ook een aantal nummers uit een gedurende het jaar opgebouwde repertoirelijst. Deze repertoirelijst bevat 15 door de student uitgeschreven begeleidingen of variaties, 2de versies of andere zettingen van kerk- en volksliederen alsook van Gregoriaans.
- Je presenteert deze repertoirelijst en de uitgewerkte nummers van de specifieke onderdelen in een verzorgde portfolio. Op het examen bezorg je 2 exemplaren van dit portfolio aan de jury.
Het examenresultaat is een gewogen gemiddelde dat als volgt wordt bepaald: het deelexamen in de eerste examenperiode wordt voor 20% meegerekend (beoordeeld door een jury waarvan 75% zichtlezing en 25% repertoire), en het examen in de tweede examenperiode wordt voor 80% meegerekend (beoordeeld door een jury waarvan 50% zichtlezing en 50% repertoire).
---
4. Voor de major compositie en directie:
- Niveau van het examen: specialisatie in de 3 gekozen onderdelen (keuzelijst: zie doelstellingen).
- Op het examen (20 minuten per student) krijg je minstens 1 opdracht betreffende de 3 specifiek gekozen onderdelen als zichtlezing. In een aparte studio met piano kan je gedurende 30 minuten (of een veelvoud) deze opdracht(en) voorbereiden.
- Op het examen kiest de jury ook een aantal nummers uit een gedurende het jaar opgebouwde repertoirelijst. Deze repertoirelijst bevat van elk van de 3 zelf gekozen specifieke onderdelen waarvan in de doelstellingen sprake is 7 nummers. Voor het onderdeel transcripties volstaan 3 nummers, voor het onderdeel variaties volstaan 3 reeksen met minimum 5 variaties en voor de onderdelen a prima vista spelen en improvisatie hoeft geen repertoirelijst aangelegd te worden (uiteraard krijg je dan van dit onderdeel wel een zichtlezing). Je presenteert deze repertoirelijst en de uitgewerkte nummers van de specifieke onderdelen in een verzorgde portfolio. Op het examen bezorg je 2 exemplaren van dit portfolio aan de jury.
Voor de berekening van het examenresultaat hebben de 3 gekozen onderdelen een gelijk gewicht in de beoordeling. Het aandeel van de zichtlezing en het repertoire is afhankelijk van de 3 gekozen onderdelen.
---
5. Voor de major muziekpedagogie:
Het examenresultaat is een gewogen gemiddelde dat als volgt wordt bepaald:
• de procesevaluatie wordt voor 20% meegerekend (beoordeeld door de docent)
• het examen in de tweede examenperiode wordt voor 80% meegerekend (beoordeeld door een jury).
Het examen bestaat uit een zichtlezing die met een half uur voorbereidingstijd ingestudeerd wordt. In deze zichtlezing moet de student zelf een gepaste begeleiding bedenken, een deel van de harmonisatie zoeken en de correcte akkoorden vanuit akkoordsymbolen spelen.
Daarnaast presenteert de student drie realisaties uit het repertoire dat in een portfolio verzameld is. Dit repertoire bestaat uit minimum 14 nummers of liederen waarvan de student bij 4 nummers de melodie meespeelt, bij 4 nummers zelf de zanglijn meezingt tijdens het begeleiden en 6 nummers die met akkoorden begeleid worden. Een improvisatie, koorpartituur of notenleerles kan in de plaats van een akkoordbegeleiding toegevoegd worden aan het repertorium.
Evaluatiecriteria:
1) Procesevaluatie:
• Regelmatige aanwezigheid
• Opvolgen van afspraken m.b.t. geheugenwerk en wekelijkse opdrachten
• Evolutie van het creatieve en het harmonische peil
• Pianistieke vaardigheden als coördinatie, frasering, pedaalgebruik, balans L-R, technische beheersing
• Evolutie van stijl- en genregericht spelen en begeleiden
2) Examens:
• De ontbrekende harmonisatie van de zichtlezing kunnen invullen.
• De zichtlezing kunnen spelen met een passende begeleiding in een stabiel metrum.
• Het werk of de improvisatie in één geheel kunnen spelen en zingen met een stabiel en duidelijk metrum.
• De begeleidingen spelen met een doorgedreven zin voor afwerking.
• Met doorgedreven zin voor afwerking.
• Musiceervreugde en muzikantschap uitstralen.
• Een esthetische uitvoering neerzetten.
• Een zanggroep of zanger activerend, functioneel en smaakvol begeleiden.
Deelname aan het examen is enkel mogelijk wanneer de student per semester een portfolio met minstens vijf gerealiseerde werken kan voorleggen.
---
6. Voor de major jazz:
Het examenresultaat is een gewogen gemiddelde dat als volgt wordt bepaald:
· de procesevaluatie wordt voor 50% meegerekend (beoordeeld door de docent)
· het examen in de tweede examenperiode wordt voor 50% meegerekend (beoordeeld door een jury)
Tijdens het examen kiest de jury drie realisaties uit het repertoire dat in een portfolio verzameld is. De student mag zelf één lied of improvisatie naar keuze vertolken.
De student presenteert enkele werken waarin hij/zij zelf de melodie voor zijn/haar rekening neemt. De student zorgt ervoor dat de melodieën die hij/zij zelf niet zingt of speelt door een medestudent worden gezongen of gespeeld.
Evaluatiecriteria:
1) Procesevaluatie:
· Regelmatige aanwezigheid
· Opvolgen van afspraken m.b.t. geheugenwerk en wekelijkse opdrachten
· Evolutie van het creatieve en het harmonische peil
· Pianistieke vaardigheden als coördinatie, frasering, pedaalgebruik, balans L-R, technische beheersing
· Evolutie van stijl- en genregericht spelen en begeleiden
2) Examens:
· Het werk of de improvisatie in één geheel kunnen spelen en zingen met een stabiel en duidelijk metrum.
· Met doorgedreven zin voor afwerking.
· Musiceervreugde en muzikantschap uitstralen.
· Een esthetische uitvoering neerzetten.
· Een zanggroep of zanger activerend, functioneel en smaakvol begeleiden.
Deelname aan het examen is enkel mogelijk wanneer de student per semester een portfolio met minstens vijf gerealiseerde werken kan voorleggen.
Toelichting bij herkansen
1. Voor de major houtblazers, koperblazers, oude muziek, percussie, saxofoon, strijkers, zang en kamermuziek:
Er gelden dezelfde modaliteiten, tenzij dat het gewogen gemiddelde van het examenresultaat nu als volgt wordt bepaald:
- 75% voor de zichtlezing en
- 25% voor het repertoire.
2. Voor de major accordeon, beiaard, compositie, directie,gitaar, harp, klavecimbel, orgel en piano:
Er gelden dezelfde modaliteiten, tenzij dat het gewogen gemiddelde van het examenresultaat nu als volgt wordt bepaald:
- 50% voor de zichtlezing en
- 50% voor het repertoire
3. Voor de major muziekpedagogie:
De tweede examenkans heeft dezelfde modaliteiten als de eerste examenkans.
Het resultaat van de procesevaluatie blijft behouden en wordt voor 20% meegerekend.
De student legt opnieuw examen af op basis van een identiek of gewijzigd portfolio van 10 werken, en dit examen wordt voor 80% meegerekend (beoordeeld door een jury).
4. Voor de major jazz:
De tweede examenkans heeft dezelfde modaliteiten als de eerste examenkans.
Het resultaat van de procesevaluatie blijft behouden en wordt voor 50% meegerekend.
De student legt opnieuw examen af op basis van een identiek of gewijzigd portfolio van 10 werken, en dit examen wordt voor 50% meegerekend (beoordeeld door een jury).