Studiegids

Content

De Bachelorproef audiovisuele kunsten is een door de wetgever opgelegd audiovisueel werkstuk.

De competenties van de student als beginnend audiovisueel kunstenaar en filmmaker zijn gelinkt aan zes kernwoorden: conceptualisatie, creatie, realisatie, reflectie, communicatie en presentatie.

De student is in staat zelfstandig en in semester 2 aan een autonoom geformuleerd artistiek project te werken en hierover te communiceren. Op het einde van dit opleidingsonderdeel heeft de student deze competenties op een gespecialiseerd en een quasi volledig zelfstandig niveau bereikt in de vorm van de Bachelorproef: een eindrealisatie en presentatie naar een jury toe.

De student kan een eigen opdracht formuleren, deze conceptualiseren en realiseren, met andere woorden: kan wat geconceptualiseerd is omzetten in klank en beeld.

De student ontwikkelt verder de opgedane technische vaardigheden, verworven in functie van het eigen audiovisueel werk. Hij/zij/hen kan/kunnen deze in functie van het eigen werk toepassen om  eigen klanken en beelden te creëren en weten zich zo te organiseren dat ze er de gepaste externe ondersteuning voor kunnen aanwenden (montage, cadrage, sound design, color grading). Hoewel er geen standaard aan ‘production value’ kan geëist worden is het wel de verantwoordelijkheid van de student om de verschijnings -en presentatievorm van het audiovisueel werk op overtuigende wijze te motiveren en te onderbouwen binnen een technisch kader.

De student is verplicht om het onderzoek en de ontwikkeling van het eigen project gaandeweg te documenteren, in de vorm van een discursief luik in een zelfgekozen vorm (notebook, blog) en kan dit in tussentijdse presentaties voorleggen. Hierin kunnen referenties, inspiratiebronnen, het eigen artistieke onderzoek en werkversies van het werkstuk opgenomen worden, mits deze laatste van notities voorzien worden. Deze doorlopend tot stand gekomen documentatie is in finale vorm onderdeel van het Bachelor-dossier.

Dit alles vormt onderdeel van de Bachelorproef:

Bachelor Studio (gastsprekers, peer to peer momenten, tussentijdse presentaties externen, lezingen, screenings)
Peer to peer: procesbegeleiding
Tutor sessies: individuele procesbegeleiding (12 contacturen/student)
Bachelor dossier: procesdocumentatie, productie-file van het werk, intentieverklaring, schriftelijke conceptualisatie
Tussentijdse presentatie Bachelorproef
Pre-visie (verplicht gefilmd materiaal)   

De student audiovisuele kunsten realiseert met de Bachelorproef volgende competenties:

Het schriftelijk conceptualiseren van een project in de vorm van een doordacht projectvoorstel en scenario en in de vorm van een intentieverklaring de beschrijving en een heldere communicatie van een intentie, een methode en een stijl
Een diepgaande reflectie over en contextualisering van het eigen projectvoorstel, zowel binnen een persoonlijk-artistieke praktijk als in een breder veld aan invloeden, historische contexten en theoretische stromingen (Reflecteren over het eigen werk en dat van anderen).
Het verzorgen van tussentijdse presentaties over het werk: voor peers, voor de docenten in het vakgebied en voor externe curatoren of andere deskundigen.
De zelfgestuurde creatie van een audiovisueel werk
Een reflectie over het (doel-)publiek
Een doorgedreven reflectie over de presentatie-mogelijkheden van het audiovisuele werk
De student toon in staat te zijn om het eigen werk evalueren. Kan kritiek en feedback waar nodig ombuigen om de kwaliteit van de eigen kunstenaarspraktijk en het onderzoek te verbeteren. Kan omgaan met polemische standpunten in een geïnformeerd debat.