1PRD Storytelling (B-LUCA-N43983)

9 studiepuntenNederlands72 urenTweede semesterTweede semester
Decorte Han (coördinator) |  Decorte Han |  Stieglitz Jenny |  N.
LUCA POC VISUAL ARTS & DESIGN (OC productdesign Genk)

In dit opleidingsonderdeel staan de competenties van storytelling centraal. De studenten doorlopen een module TEKENEN EN GRAFISCHE VORMGEVING en werken aan een ONTWERPOPDRACHT in het kader van storytelling.

 

TEKENEN EN GRAFISCHE VORMGEVING

Making

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om te Experimenteren (OLR04). Om deze competenties te behalen is de student in staat om:

- met verschillende materialen te werken en daarin juiste keuzes te maken met het oog op een duidelijke visualisatie van producten of ideeën

Storytelling

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om te Conceptualiseren (OLR07) en Communiceren (OLR08). Om deze competenties te behalen is de student in staat om:

- ideeën helder en vlot te kunnen uitdrukken door middel van tekeningen.

- te communiceren aan de hand van schetsen in plaats van woorden.

- virtuele ideeën in verschillende aanzichten op papier (en dus ook in het hoofd) begrijpbaar weer te geven.

- een notie te hebben van perspectief, licht en schaduw, vorm, maat, verhouding, materiaal in relatie tot het 2D weergeven.

- een start te maken in het ontwikkelen van een persoonlijk handschrift.

 

ONTWERPOPDRACHT

Exploring

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om te Conceptualiseren, Co-creëren en Analyseren (OLR01-02-03). Om deze competenties te behalen zal de student:

- een designonderzoek uitvoeren

- verbanden leggen tussen de verschillende contexten en zijn ontwerp.

- eigen ontwerpmethodes ontwikkelen om een specifieke context te onderzoeken

- op basis van een analyse en afbakening een relevant concept formuleren. 

 

Making

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om te Materialiseren (OLR05). Om deze competenties te behalen zal de student:

- prototypes ontwikkelen die beantwoorden aan het geformuleerde concept

- een iteratief ontwerpproces doorlopen

- prototyping toepassen als onderzoeksmethode

- de ideeën beeldend weergeven

- een persoonlijke visie en uitdrukkingsvorm ontwikkelen

 

Storytelling

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om te Conceptualiseren, Communiceren en Reflecteren (OLR07-08-09). Om deze competenties te behalen zal de student:

- het exploratief onderzoek creatief presenteren in een visueel verslag;

- de relevantie van een concept en prototype onderbouwen met een helder narratief;

- reflecteren om hun persoonlijk ontwerpstandpunt tot uiting te brengen;

- het geheel helder en inspirerend mondeling presenteren.

 

 

Onderwijsleeractiviteiten

9 sp. 1PRD Storytelling (B-LUCA-N62598)

9 studiepuntenNederlandsWerkvorm: Practicum-opdracht72 urenTweede semesterTweede semester
Decorte Han |  Stieglitz Jenny |  N.
LUCA POC VISUAL ARTS & DESIGN (OC productdesign Genk)

TEKENEN EN GRAFISCHE VORMGEVING

Tekenen is misschien wel de belangrijkste skill voor een ontwerper. De kunst om je, met potlood en papier, ten alle tijde (en plaatsen) helder verstaanbaar te maken is goud waard. Niet in het minst omdat het direct in relatie staat met het creatieve proces tijdens het ontwerpen. Aan de hand van simpele oefeningen onderzoeken we onze eigen mogelijkheden en vullen die aan met nieuwe inzichten. Vanuit de basis ontstaat een individuele manier van weergeven. We zullen veel tekenen in de klas en er zullen oefeningen zijn voor erbuiten. 

OPTWERPOPDRACHT

- Inleidende korte opdrachten (Wat is een concept, wat is autonoom ontwerp)

- Iteratief ontwerp van een basisobject aan de hand van verschillende contexten.

Doel: Het verfijnen en verbeteren van het ontwerp door middel van iteraties die inspelen op verschillende opgelegde contexten. Het object moet de verschillende contexten kunnen weergeven en communiceren.

Beschrijving:

1.    Kies een basisobject: Selecteer een object als startpunt voor je ontwerp.

2.    Maak iteraties: Creëer verschillende iteraties van het basisobject door rekening te houden met opgelegde contexten. Elke iteratie moet een nieuwe context weerspiegelen.

3.    Onderzoek de contexten: Voor elke nieuwe context die wordt gegeven, voer je grondig onderzoek uit. Begrijp de specifieke context en identificeer relevante factoren, zoals gebruikers, omgeving, functie, cultuur, enzovoort.

4.    Pas het ontwerp aan: Pas het ontwerp van het object aan om de nieuwe context te accommoderen. Denk na over hoe het object kan inspelen op de vereisten en behoeften van de specifieke context. Het doel is om het object aan te passen en te verbeteren, zodat het in die context effectief kan functioneren en communiceren.

5.    Verhaal van de nieuwe context: Zorg ervoor dat het object de nieuwe context kan "verhalen en verbeelden". Het ontwerp moet de essentie en kenmerken van de specifieke context kunnen weerspiegelen en communiceren naar de gebruikers of waarnemers.

6.    Leesbaarheid van de contexten: Het uiteindelijke ontwerp moet duidelijk de verschillende contexten kunnen weergeven waarmee het object rekening heeft gehouden. Het moet voor anderen mogelijk zijn om de verschillende contextuele elementen af te leiden en te begrijpen.

De meeste materialen en gereedschappen zijn aanwezig in het atelier. Materialen die de student zelf moet voorzien, worden gecommuniceerd in de klas of via Toledo.

 

Voertaal van de contacten is Nederlands.
Documentatie, gastsprekers of studiebezoeken kunnen occasioneel in Engels (of Frans, Duits,…) worden gegeven.

TEKENEN EN GRAFISCHE VORMGEVING

Tijdens de lessen zullen er verschillende oefeningen zijn om de tekenskills aan te scherpen, maar constante oefening is noodzakelijk. Daarom worden deze oefeningen aangevuld met thuiswerk. Aan het einde van de lessenreeks zal een presentatiemoment plaatsvinden om het doorgemaakte proces te tonen.

ONTWERPMODULE

De ontwerpmodule wordt toegelicht aan de hand van een briefing en referentiekader. De module volgt een iteratief ontwerpproces van exploring, making en storytelling. De module wordt afgerond met een presentatiemoment waarin een tastbaar model/ object een centrale rol opneemt. De relevantie van het ontwerp wordt door de student in een reflectiedocument beargumenteerd in relatie tot het referentiekader van de design module. Het ontwerp wordt digitaal gedocumenteerd voor het persoonlijke portfolio van de student.

Evaluatieactiviteiten

1PRD Storytelling (B-LUCA-N83983)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Ontwerp/Product, Presentatie, Procesevaluatie
Vraagvormen : Open vragen

ExamenmomentBeoordelingsschaal
TOTAAL1-20/20 puntenschaal

TEKENEN EN GRAFISCHE VORMGEVING

Beoordeling op basis van inzet, vaardigheid in non-verbale communicatie d.m.v. tekenen, ontwikkeling in 3D inzicht, evolutie naar een persoonlijk handschrift. De vereisten in verband met in te dienen proces en presentatie worden vermeld in de briefing.

ONTWERPMODULE

Het eindontwerp zal worden beoordeeld op de mate waarin het erin slaagt om de verschillende contexten te verhalen en de leesbaarheid van deze contexten. Daarnaast wordt ook gekeken naar de creativiteit, technische uitvoerbaarheid en de verbeteringen die zijn aangebracht ten opzichte van het basisobject.

Let op: Zorg ervoor dat je tijdens het hele proces aandacht besteedt aan het onderzoek en begrip van de contexten, evenals aan de effectieve aanpassingen in het ontwerp om de contexten te accommoderen. Ook het proces wordt geëvalueerd.

EVALUATIE: VOORWAARDEN

1. Maximale participatie vereist, participatie telt mee in de totale evaluatie.
2. Opdrachten inleveren op de gestelde deadline.

EVALUATIE: GEVOLGEN

1. De partcipatiegraad kan voor 20% meegerekend worden in de eindscore.
2. Opdrachten die niet op de gestelde deadline en conform de afspraken met de docent ingeleverd worden, worden geweigerd. Het eindcijfer voor de opdracht is 0/20.
3. De beoordelingscriteria zijn te beschouwen als eindcompetenties waaraan de student moet voldoen. Een ernstige tekortkoming op één van de beoordelingscriteria kan tot een onvoldoende leiden.

Deelname aan de eerste examenkans is een voorwaarde om deel te kunnen nemen aan de herkansing omdat procesevaluatie een essentieel onderdeel is van de evaluatie.

Er is geen (proces)begeleiding voorzien tussen de tweede en de derde examenperiode.
Voor de herkansing wordt het resultaat van de eerste examenkans waarvoor de student niet geslaagd was, verbeterd/afgewerkt.